Kwaliteit van de zorg

VVD over kwaliteit van de zorg

De kwaliteitsstandaarden zijn wat de VVD betreft leidend als het gaat om kwaliteit van zorg. Kwaliteit gaat om veel meer dan het volgen van een standaard. Zorgaanbieders moeten met gemeenten en zorgverzekeraars afspraken maken over kwaliteit van zorg. Kwaliteit moet ook zichtbaar zijn voor de patiënt. Van sommige ongecontracteerde zorgaanbieders heeft de patiënt geen idee wat de kwaliteit is kan hij of zij achteraf overvallen worden door vervelende (financiële) consequenties. Informatie over kwaliteit moet makkelijk te vinden zijn voor (toekomstig) patiënten, denk bijvoorbeeld aan de verplichte publicatie van wachttijden op websites van aanbieders.

De VVD wil dat integrale zorg vanuit verschillende domeinen gemakkelijker geleverd kan worden en dat daar de financiering ook op aansluit. Daarnaast wil de VVD bevorderen dat er een landelijk dekkend netwerk komt van laagdrempelige steunpunten zoals herstel- en zelfregiecentra waar iedere inwoner, met name mensen met EPA, toegang tot heeft: gerund door vrijwilligers en ervaringsdeskundigen, ondersteund door sociaalwerkers en in verbinding met ggz-professional. Daarmee zetten we de patiënt centraal en niet het systeem.

In contracten met gemeenten en zorgverzekeraars moet ook aandacht besteed worden aan innovatie, waardoor innoveren en vernieuwing meer vanzelfsprekend wordt. De bekostiging moet daar dan ook op aansluiten. De mogelijkheden voor innovatie moet daarvoor in de plaats komen, want innovatie kan de kwaliteit van zorg op den duur alleen maar verbeteren en is daarom onmisbaar. Daarbij zijn de inhoudelijke keuzes leidend.

De VVD wil dat er landelijk de regie genomen wordt om de zorg stevig te vereenvoudigen. Dit vraagt van iedereen een bijdrage, ook werkgevers moeten niet vasthouden aan onnodige regels. Er zijn veel goede voorbeelden van organisaties die de administratieve lasten al tot een minimum beperkt hebben. De VVD wil dat deze voorbeelden de standaard worden. Ook hier moet de bekostiging op aansluiten.

De VVD pakt arbeidsmarktproblematiek in de ggz aan, onder meer door te investeren in verkorte opleidingstrajecten en meer opleidingsplaatsen vrij te maken, maar ook door de zorg anders te organiseren en anders te financieren. De ggz moet een aantrekkelijke sector zijn om in te werken. Dat betekent wat de VVD betreft onder andere minder administratieve rompslomp, meer zeggenschap en meer doorgroeimogelijkheden. Opleidingsmogelijkheden moeten in samenspraak met werknemers georganiseerd worden, zodat deze aansluiten bij hun wensen en behoeften. Mede dankzij de VVD is zeggenschap voor zorgmedewerkers wettelijk vastgelegd. We gaan werkgevers hieraan houden.

Zorgverzekeraars en gemeenten vergoeden momenteel al vaak de zeer gespecialiseerde diagnostiek en zorg van TOPGGZ. De aanvullende werkzaamheden van TOPGGZ, zoals wetenschappelijk onderzoek en het overdragen van kennis ligt qua bekostiging echter lastiger en is inderdaad nog niet goed verankerd. Terwijl ook deze werkzaamheden belangrijk zijn en bijdragen aan kwalitatief goede ggz. Er zijn vele gesprekken geweest met betrokken partijen om te bezien hoe de bekostiging een plek kan krijgen en er lopen verschillende experimenten naar bekostiging van deze werkzaamheden. De VVD vindt dat deze experimenten, indien succesvol, uiteindelijk definitief verankerd moeten worden in de bekostiging om zo expertise van TOPGGZ te optimaliseren. Daarbij zijn in eerste instantie de betrokken partijen aan zet, zoals NZa, GGZ Nederland en ZN. Uitgangspunt daarbij is dat bekostiging plaats moet vinden binnen de bestaande kaders.

CDA over kwaliteit van de zorg

Het CDA onderschrijft de afspraken die in het Integraal Zorgakkoord staan opgenomen zowel over de kwaliteit van de zorg als de keuzes die cliënten moeten maken. Er staat ook expliciet opgenomen dat de huisarts bij de verwijzing beoordeelt welke aanbieders welke wachtlijsten hebben en dit samen met de patiënt meeneemt bij de keuze voor de verwijzing. De cliënt moet ook veel meer op de hoogte worden gebracht van de mogelijkheden van wachtlijstbemiddeling

Het CDA onderschrijft de afspraken die in het integraal zorgakkoord staan opgenomen. En het CDA wil dat er voldoende mensen en middelen overblijven om juist de mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen te helpen en indien nodig een intramuraal bed te kunnen bieden.

Wij stimuleren voluit de innovatie in de zorg. Nieuwe behandelingen, videoconsulten met je arts of psychiater en het gebruik van data en nieuwe technologie bieden mogelijkheden om de zorg voor patiënten te verbeteren en juist in een tijd van schaarste aan personeel kan innovatie helpen zoveel mogelijk mensen die het nodig hebben ggz-zorg te geven. Voorstander van een lerende cultuur door zorgprofessionals bijvoorbeeld kwaliteitsregistratie

Het CDA vindt dat administratieve lasten in de zorg veel harder moeten worden aangepakt. Het is te vrijblijvend. In ons verkiezingsprogramma staat specifiek dat wij de regeldruk aan willen pakken en halveren, ook in de ggz.

Het bekostigen van TOPGGZ moet meer gebeuren op basis van populatie, dus wat er nodig is voor deze zwaardere zorgvraag. Het CDA wil graag een landelijk overzicht aan welke zorg er beschikbaar is en wat er vervolgens nodig is.

D66 over kwaliteit van de zorg

Zorgverleners en behandelaars moeten zich kunnen richten op de best passende zorg. Er moet meer ruimte komen voor patiënten en professionals om echt samen te beslissen over behandelingen op basis van gelijke informatie, met voldoende tijd om hierover met elkaar in gesprek te gaan.

Ook zet D66 zich in om nieuwe behandelingen in de GGZ toegankelijk te maken. Zo zijn er veelbelovende eerste studieresultaten bij inzet van psychedelica voor mensen die een therapieresistente psychische aandoening hebben, denk aan posttraumatische stressstoornis of een ernstige depressie. Door het onterechte taboe op deze psychedelica, is het moeilijker voor onderzoekers om nieuwe behandelingen bij de patiënt te krijgen. D66 wil dit taboe opheffen en wil een landelijk programma om onderzoek te bevorderen. Zo werken we ernaar toe om voor mensen met een ernstige psychische aandoening ook nieuwe behandelingen mogelijk te maken.

D66 is ook voorstander om de juiste informatie te geven aan mensen om de juiste zorg te vinden. Het gaat wat D66 betreft om maximale transparantie en inzicht in kwaliteit en wachttijden. Dat betekent de kiezenindeggz.nl goed gevuld moet zijn met betrekking tot wachttijdinformatie en kwaliteitsinformatie. Dit geldt zowel voor de somatische zorg als de geestelijke gezondheidszorg.

D66 herkent zich in deze klachten op lokaal niveau. Het is positief dat mensen met een langdurige, psychische aandoening nu kunnen instromen bij de Wet langdurige zorg, want dat is een passende indicatie. Wat D66 betreft moeten er goede voorwaarden worden gesteld, maar kan een Wlz-beschikking voor mensen met langdurig, psychische aandoening bijdragen aan de integraliteit en aan de rust voor patiënten en cliënten. Schotten in de zorg die samenwerking tegenhouden, zoals in de financiering en wet- en regelgeving, moeten worden weggenomen. Ook stimuleren we verdere samenwerking door bijvoorbeeld het toestaan van gezamenlijk inkopen of onderhandelen. Om samenwerking tussen zorgaanbieders en zorgverleners te stimuleren wordt netwerkzorg, zeker voor meer complexe aandoeningen en ziektes, de norm. Dat betekent dat financiering en wet- en regelgeving hierop worden aangepast.

Er moet beter regionaal worden samengewerkt, zoals is afgesproken binnen het Integraal Zorgakkoord. Op die manier willen we zorgen dat overal in Nederland goede zorg toegankelijk is in alle regio’s, ook als zij dunbevolkt zijn. De regio Rotterdam vraagt immers een ander zorgaanbod dan in de regio Drenthe.

De zorg loopt qua innovatie vaak nog achter ten opzichte van andere sectoren. De coronacrisis heeft laten zien dat er veel mogelijk is. Soms werkt het goed, maar soms is face-to-face contact nog altijd beter.

Patiënten moeten op een veilige manier, via apps, thuis-monitoring en digitale consulten, zorg op afstand kunnen krijgen als zij dit willen. Dit verhoogt de autonomie van een patiënt en bespaart tijd voor zowel de patiënt als de zorgverlener.

Door de invoering van de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg zijn grote stappen gezet op het gebied van gegevensuitwisseling. Gegevensuitwisseling tussen zorgverleners en ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek wordt, in lijn met andere Europese landen, makkelijker gemaakt waarbij het delen van gegevens voor onderzoek over Europese grenzen wordt aangemoedigd. Dit zorgt ervoor dat patiënten weten dat zij goed geholpen worden en dat zorgverleners geen tijd kwijt zijn aan het overtypen van patiëntgegevens.

D66 wilt inzetten op succesvolle innovaties, bijvoorbeeld met het gebruik van AI. Wel zouden dit soort toepassingen altijd ingekaderd moeten zijn door wet- en regelgeving, waarbij specifieke aandacht uitgaat naar de privacy van betrokkenen.

We willen de administratieve lasten inperken. Meer vertrouwen voor de professional moet het uitgangspunt zijn. Concreet betekent dit dat de professional gemakkelijker moet kunnen beslissen wat wel en wat niet nodige administratie is. Administratie heeft ook een doel, bijvoorbeeld een veilige patiënten overdracht, maar het moet niet te veel worden. We hanteren de regel ‘waar er een regel bij komt, moet er ook één weg.’.

Ontregel de zorg, een programma van de huidige minister, is een goede start, maar het kan wat D66 betreft slagvaardiger, want de beoogde effecten worden nog niet gevoeld op de werkvloer.

Als steun in de rug voor huishoudens waarin iemand langdurige, intensieve zorg nodig heeft, bijvoorbeeld met ernstige, langdurige aandoeningen, willen we een pilot voor automatische inkomenssteun zonder verdere verantwoording.

Er moeten voldoende professionals beschikbaar zijn. Het capaciteitsorgaan geeft advies over wat de benodigde opleidingscapaciteit is. D66 heeft in meerdere debatten aandacht gevraagd voor dit advies en het opvolgen daarvan. Daar blijven we scherp op.

D66 steunt daarnaast de ontwikkelingen voor duidelijkere profielen binnen de master opleidingen psychologie, zoals die worden ontwikkeld door het veld.

Vaak is het een combinatie om te zorgen dat er voldoende personeel en niet alleen het werven van extra personeel. Zo kent Nederland over het algemeen meer dan Europees gemiddeld aantal psychiaters alleen doordat het werken in loondienst onaantrekkelijk is geworden is er een tekort in de grotere instellingen. Daarnaast kan er veel specialistische zorg worden voorkomen door in te zetten op preventie of betere triage.

De beweging die we met het Integraal Zorgakkoord zijn ingeslagen is dat er passende zorg moet worden geleverd die toegankelijk is. Daarvoor moet er regionaal beter worden samengewerkt, over verschillende zorgdomeinen heen. Dat betekent dat als er TOPGGZ nodig is binnen specifieke regio’s, daar afspraken over moeten worden gemaakt in het kader van bekostiging. De NZa ziet erop toe dat de zorgplicht wordt opgevolgd en kan hier ook op handhaven.

GroenLinks/PvdA over kwaliteit van de zorg

De geestelijke gezondheidszorg is nodeloos complex geworden waardoor patiënten en zorgverleners verdwalen in het stelsel. Wij willen een vereenvoudiging van het zorgstelsel. Zorginstellingen moeten makkelijker kunnen samenwerken en de overheid moet de regie nemen waar dat nodig is. We ondersteunen zorginstellingen in de omvorming tot zorgcoöperaties en ondersteunen burgers en zorgverleners in de vorming van nieuwe zorgcoöperaties. We halen stapsgewijs de concurrentie en doorgeslagen marktwerking uit ons zorgstelsel en vormen zorgverzekeraars zodra dit mogelijk is om tot publieke zorgfondsen. Iedere zorgregio maakt met alle relevante zorg- en welzijnspartijen concrete afspraken over de organisatie en kwaliteit van de zorg. Hierdoor brengen we de eindregie weer terug bij de overheid en stimuleren we de samenwerking tussen verschillende instellingen en behandelaren. Ook in de ggz komt er coördinatie via deze regionale zorgtafels.

Om de personeelstekorten in de ggz op te lossen investeren we in meer opleidingsplekken en maken we het vak weer aantrekkelijk door de laagste salarissen te verbeteren en zorgverleners weer baas te maken over het eigen werk. Door zorgverzekeraars om te dopen in publieke zorgfondsen krijgen zorgprofessionals niet meer te maken met meerdere zorgverzekeraars waardoor ze veel minder tijd hoeven te besteden aan administratie en registratie.

We investeren structureel in de opleidingen, het salaris, de werkomstandigheden, zeggenschap en het perspectief van alle verpleegkundigen, verzorgenden en andere directe zorgmedewerkers in de ziekenhuiszorg, de thuiszorg, de gehandicaptenzorg, de jeugdzorg, de geestelijke gezondheidszorg en de verpleeghuiszorg. We stellen een grens aan het aantal zzp’ers dat een zorginstelling maximaal mag inhuren.

SP over kwaliteit van de zorg

Een kwalitatief goede geestelijke gezondheidszorg waarbij de professionals (in overleg met degene die zorg nodig heeft) besluiten welke zorg nodig is, moet centraal staan. De professional moet hierbij niet geconfronteerd worden met onnodige administratieve werkzaamheden. Als het gaat om de kwaliteit van de ggz wil de SP in eerste instantie een einde aan de concurrentie tussen de verschillende instellingen. De SP wil een einde aan alle marktwerking in de zorg, en zeker ook in de ggz, en een terugkeer van de menselijke maat. Door het afschaffen van de zorgverzekeraars en de marktwerking in de ggz wordt ervoor gezorgd dat een ggz-instelling niet geconfronteerd wordt met allerlei onderhandelingen en door verschillende partijen verschillende opgelegde administratieve eisen. Administratieve handelingen voor controle moeten eenvoudig en uniform zijn (niet iedere instantie zijn eigen normen) en moeten op draagvlak kunnen rekenen. Administratie die als niet zinvol wordt ervaren door de professionals moet worden weggesnoeid. Door het verminderen van administratieve lasten zal ook de werkdruk verminderen en het werkplezier toenemen.

Het is ongewenst dat de wachtlijsten voor de ernstige problematiek extra lang zijn omdat deze casussen minder snel worden opgepakt vanwege het zogenaamde ‘krenten uit de pap halen’ verhaal dat vooral door commerciële ggz-instellingen wordt toegepast. Het is ongewenst dat de organisatie van de ggz meer geënt is op een ‘verdienmodel’ dan op kwalitatief goede zorg. We maken een einde aan dit verdienmodel en gaan toe naar een bekostiging op basis van zorgbehoefte. Voor een goede kwaliteit van zorg is het essentieel dat er voldoende professionals zijn, de adviezen van het Capaciteitsorgaan op het gebied van GGZ moeten dan ook opgevolgd worden. Dit betekent onder andere dat er meer opleidingsplekken beschikbaar moeten zijn. Hiervoor moet voldoende budget beschikbaar worden gesteld.

Volt over kwaliteit van de zorg

Volt wil ervoor zorgen dat de zorg van hoge kwaliteit is. Daarom willen we zorgen dat zorgverzekeraars en andere financierders op dezelfde manier kwaliteitsdata gaan verzamelen. Dit zouden klanten dan kunnen aanvragen. Verder willen we investeren in innovatieve en kwalitatieve zorgaanbieders.

Volt ziet dat versnippering in de zorg bijdraagt aan teruggang in geleverde zorg. Zo zien we dat bijvoorbeeld jeugdzorg eindigt bij het 18de levensjaar en daarmee de zorg stopt, een manier om dit te voorkomen is de jeugdwet te verlengen naar 23 waarmee een goede transitie naar andere vorm van zorg beter gewaarborgd is. We willen een systeem in de ggz dat de persoon centraal stelt en niet de wetgeving. We willen dat overheden, verzekeraars daarin verantwoordelijkheid nemen en daarmee de zorg vooropstelt.

Volt wil zorgaanbieders die verzuim, het aantal ZZP’ers en het verloop laag weten te houden, belonen.

Volt wil de onnodige bureaucratie in de zorg verminderen door te luisteren naar medewerkers en daarmee aan de slag te gaan. Zij kunnen immers beter aangeven wat anders kan en wat beter werkt in de dagelijkse praktijk.

We zorgen voor meer aandacht voor opleidingen in de zorg- en welzijnssector, onder andere door het afschaffen van het collegegeld voor deze opleidingen.

TOP-ggz-instellingen vormen een belangrijke aanvulling op wat academische ziekenhuizen te bieden hebben. Verankering is nodig.

Partij voor de Dieren over kwaliteit van de zorg

Door als eerste te investeren in de directe zorgverlening en als tweede de zorgverleners aan het roer te zetten, met bijpassende loonsverhoging en verminderde werkdruk. Voldoende ruimte voor (bij)scholing en inspraak en zeggenschap. Zorgmedewerkers krijgen meer te zeggen over de inhoud van hun werk en werkroosters. Zo wordt de zorg ook voor patiënten een aangenamere omgeving. In grote bedrijven krijgen werknemers meer zeggenschap over belangrijke beslissingen, zoals fusies, overnames, reorganisaties. De positie van werknemers in de ondernemingsraad wordt versterkt.

De IGJ toetst de kwaliteit van zorg bij een zorgaanbieder of behandelaar, zonder dat dit gepaard gaat met extra papieren rompslomp. Deze informatie wordt actief naar buiten gebracht. Zorgverzekeraars en zorgkantoren stellen hun inkoopdata over de gecontracteerde zorg digitaal ter beschikking zodat cliënten en mantelzorgers zich eenvoudig kunnen informeren over de mogelijkheden die er voor hen zijn.

De Partij voor de Dieren heeft tegen de stelselwijziging in 2015 gestemd en is hier nog steeds tegen. Telkens blijkt dat sleutelen aan wetten, bevoegdheden, lokaal of regionaal niet datgene brengt wat beleidsmakers voor ogen hebben. Helaas gaat hier wel heel veel tijd en geld door verloren, die daardoor niet meer voor zorg beschikbaar is. Wij draaien het om. Door te werken vanuit de inhoud met de zorgexperts en de ervaringsdeskundigen én met behulp van langdurig beschikbare experimenteerruimte vanuit de Nza en met subsidieverordeningen vanuit de Rijksoverheid ontstaan mogelijkheden om deze integrale zorg wel te bereiken. Door eerst de inhoud en pas later de vorm of het proces centraal te stellen is er meer kans op succes voor integrale GGZ-zorg die aansluit bij de bestaande behoefte.

De laatste jaren is er te veel focus geweest op de kosten van de zorg, die door de wijze waarop de zorg nu is ingericht ook juist steeds verder toenemen. Zorgverzekeraars hebben te veel macht gekregen. We willen dat er hulpverleners zoveel mogelijk directe tijd hebben voor het contact met hun cliënt en niet achter een computer verslagen en andere rapportages in zitten te vullen. Managementlagen worden ingekrompen waar dat kan, en het vrijgekomen budget wordt meteen geïnvesteerd in mensen die deze zorg verlenen. Hulpverleners krijgen meer te zeggen over de inhoud van hun werk en werkroosters. Zo wordt het ook voor jongeren ook aantrekkelijker om voor de zorg te kiezen én er ook te blijven.

Het oormerken van een beschikbaar budget is zinvol omdat hierdoor zowel de financiers als de zorgaanbieders weten waar ze aan toe zijn en hierdoor duidelijke (langere termijn) afspraken kunnen maken.

ChristenUnie over kwaliteit van de zorg

De zorg is opgeknipt in eerste, tweede en derde ‘lijn’, maar patiënten kun je niet opknippen. Daarom willen we dat het makkelijker wordt om budgetten in de zorg samen te voegen en te gebruiken voor het bevorderen van een gezonde leefstijl, welzijn en positieve gezondheid en geven ruimte aan initiatieven die dit doen. Zorgaanbieders moeten meerjarig bekostigd worden en in eenduidige zorgregio’s hun zorg bieden. Zo wordt bureaucratie en overleg minder.

Voor veel professionals is de klinische en acute zorg steeds minder aantrekkelijk om te werken vanwege de enorme verantwoordingsdruk. Dit leidt tot grote tekorten in de klinische en acute ggz. Dat moet anders: vertrouwen in de professionaliteit van zorgverleners wordt het uitgangspunt.

Het aantal zzp’ers in de (langdurige) zorg dringen we terug omdat dit negatief uitpakt op de (kwaliteit) van zorgverlening. De financiering van hoogcomplexe zorg regelen we op basis van beschikbaarheid, en niet op gebruik zodat er een adequaat en landelijk dekkend systeem komt voor patiënten met een hoogcomplexe zorgvraag die niet binnen hun eigen regio kunnen worden geholpen.

Scroll naar boven