Wat wil de Partij voor de Dieren met mentale gezondheid en middelengebruik?

Toekomstvisie

De Partij voor de Dieren streeft naar een leven met minder stress. Het is van belang dat we onze omgeving zo inrichten dat we echt tot rust kunnen komen en we onze psychische gezondheid sterker maken. De ratrace en het constant alert zijn maken plaats voor rust en zorg voor elkaar.

Een goede mentale gezondheid begint op school. Tijdens lessen wordt aandacht besteed aan de druk die sociale media kan geven. Er is volop aandacht voor pesten en hier wordt actief tegen opgetreden (bij scholen, kinderdagverblijven, sportclubs). Ook komt er meer aandacht voor neurodiversiteit, LHBTIQA+-identiteiten, en verschillende culturele achtergronden. Activiteiten als schoolzwemmen, sportlessen, cultuurlessen (theater-, dans-, muziek-, schilderles.) en schooltuinen worden extra gefaciliteerd. Ook buitenlessen worden gestimuleerd, omdat zulke lessen veel goeds brengen en het bewegen stimuleert. De combinatie van natuurlijk daglicht en frisse buitenlucht zorgt er ook voor dat kinderen zich daarna beter kunnen concentreren in de klas.

De Partij voor de Dieren streeft naar een leven met minder stress. Het is van belang dat we onze omgeving zo inrichten dat we echt tot rust kunnen komen en we onze psychische gezondheid sterker maken. De ratrace en het constant alert zijn maken plaats voor rust en zorg voor elkaar.

Een goede mentale gezondheid begint op school. Tijdens lessen wordt aandacht besteed aan de druk die sociale media kan geven. Er is volop aandacht voor pesten en hier wordt actief tegen opgetreden (bij scholen, kinderdagverblijven, sportclubs). Ook komt er meer aandacht voor neurodiversiteit, LHBTIQA+-identiteiten, en verschillende culturele achtergronden. Activiteiten als schoolzwemmen, sportlessen, cultuurlessen (theater-, dans-, muziek-, schilderles.) en schooltuinen worden extra gefaciliteerd. Ook buitenlessen worden gestimuleerd, omdat zulke lessen veel goeds brengen en het bewegen stimuleert. De combinatie van natuurlijk daglicht en frisse buitenlucht zorgt er ook voor dat kinderen zich daarna beter kunnen concentreren in de klas.

Problemen vroegsignaleren voorkomt erger. Mensen met psychische klachten moeten snel terecht kunnen bij een arts of therapeut. Door er op tijd bij te zijn kunnen verergering en specialistische zorg worden voorkomen. De zorg moet laagdrempelig zijn en met voldoende aandacht voor iedereen. De druk op basiszorg is door de jaren heen steeds hoger geworden. Deze druk moet omlaag. Dat is beter voor de patiënt én de behandelaar. De eerstelijnszorg via huisartsen is cruciaal om ziekten vroeg te signaleren zodat evt. zware medicijnen niet nodig zijn. Het sociaal werk moet daarbij beter gefaciliteerd en meer geïntegreerd worden in het zorgaanbod. Ook hier geldt; waar sociaal werkers psychosociale klachten op tijd herkennen, kunnen ergere problemen voorkomen worden.

Mensen die GGZ-zorg nodig hebben, staan (soms jarenlang) op wachtlijsten en krijgen daardoor niet bijtijds goede hulp. Deze wachtlijsten en wachttijden dringen we terug door te investeren in genoeg (vergoede) omscholings- en opleidingsmogelijkheden, vermindering van administratieve lasten, en vermindering van kosten door professionals te stimuleren in loondienst te gaan. In de tussentijd zorgen we voor voldoende overbruggingszorg en meer (tijdelijke) opnameplaatsen. De GGZ wordt onderdeel van de zorg in elke buurt.

En dan de leefomgeving. Groen doet goed. Een bezoek aan de natuur vermindert pijn en negatieve emoties en moet dus voor iedereen toegankelijk zijn. Natuur geeft energie en nodigt uit tot bewegen. We gaan woonwijken en steden flink vergroenen.

Een breed plan van aanpak voor psychische gezondheid is verder nodig waarbij ervaringsdeskundigen, zorgprofessionals, onderwijs, werkgevers- en werknemersorganisaties betrokken zijn. Een integrale aanpak voor suïcidepreventie (in onderwijs, zorg en op sociaaleconomisch terrein) is nodig om het aantal zelfdodingen terug te dringen.

De Partij voor de Dieren wil een samenleving waarin mensen zo veel mogelijk zelf invulling kunnen geven aan hoe ze hun leven inrichten en hun inkomen verdienen. We willen af van de doorgeslagen prestatiedruk die zorgt voor continue stress en gejaagdheid. Gelijk werk betekent voor ons ook gelijke beloning, geen uitzondering voor sekse, gender, etniciteit en beperking. Door een kortere werkweek en een betere verdeling van het beschikbare werk is er ook meer tijd voor elkaar.

Ook gaan we onderzoeken hoe mensen door het verrichten van maatschappelijk zinvol geachte activiteiten een ‘sociaal kapitaal’ kunnen opbouwen, dat ingezet kan worden voor het bekostigen van basisbehoeften als eten en woonruimte. De Partij voor de Dieren wil de zekerheid en autonomie van mensen en de onderhandelingsmacht van werknemers vergroten door te kijken naar het invoeren van een onvoorwaardelijk basisinkomen.  Het uitgangspunt is dat iedereen voldoende inkomen heeft om goed van te kunnen leven.


Preventie en bevorderen mentale gezondheid

De Nederlandse leefomgeving maakt ons ziek. Het voedselaanbod is overwegend ongezond, we ademen vervuilde lucht, drinken water met PFAS, en pakken de auto in plaats van de fiets omdat onze leefomgeving ten dienste staat van vervuilend, gemotoriseerd verkeer.

We gaan werken aan een gezonde en verwelkomende leefomgeving. We richten de openbare ruimte minder in op auto’s en gemotoriseerd verkeer, en maken ruimte voor fietsers, voetgangers en openbaar vervoer. Op jongerencentra en ouderenvoorzieningen wordt niet langer bezuinigd, en er wordt ruimte gemaakt voor buurtmoestuinen. Zo brengen we mensen weer rechtstreeks in contact met voedsel, buurtgenoten en de natuur. Ook sport is belangrijk. Het bevordert niet alleen onze fysieke en geestelijke gezondheid, het draagt ook bij aan zelfredzaamheid, zoals bij zwemmen. Sport heeft een maatschappelijke functie en sportverenigingen spelen daarbij een belangrijke rol. Sporten in verenigingsverband moet voor iedereen mogelijk zijn. Ook wordt in elke wijk ruimte gemaakt voor speel- en sportvoorzieningen voor kinderen en jongeren, zoals openbare voetbal- en basketbalveldjes, skateparken en natuurspeelplaatsen.

Niet de best betalende multinational, maar gezonde producten krijgen een prominente plek in het supermarktschap. We grijpen in bij de fabrieksproductie van voedsel zodat er minder zout, suiker en vet in zit. Ongezond eten wordt hoger belast bij de fabrikant, bijvoorbeeld door een suikertaks. Door geen btw meer te heffen op (biologische) groente en fruit maken we gezond eten betaalbaar. Kinderreclame wordt afgeschaft, en bij scholen worden geen nieuwe snackbars geopend. Kinderen die thuis om welke reden ook geen ontbijt krijgen, kunnen op school, de voorschoolse opvang of het kinderdagverblijf gezond ontbijten. Jongeren worden vanaf jonge leeftijd voorgelicht over de schadelijke effecten van alcohol en drugs (vooral op het brein). We blijven streng handhaven op de leeftijdsgrens van 18 jaar. Reclames voor alcohol worden verboden. We werken toe naar een rookvrije generatie.De verkoop van (e-)sigaretten en andere tabaksproducten wordt gereguleerd.

Stress en eenzaamheid worden bestreden, met name door het omvormen van werk- en woonbeleid en de bestrijding van armoede. De werkweek wordt verkort. Er komt een betere verdeling van (nuttige) werkzaamheden, en betere arbeidsvoorwaarden zoals verhoging van het minimumloon. We werken toe naar de afschaffing van het complexe toeslagensysteem, met als uitgangspunt dat iedereen voldoende inkomen heeft om in diens levensonderhoud te voorzien. Op de woningmarkt worden leegstand en vastgoedspeculatie bestreden, en schaffen we tijdelijke huurcontracten af. Zo krijgen mensen weer de kans zich te binden met hun buurt. We gaan gentrificatie tegen en stimuleren woonvormen waarbij verschillende (leeftijds)groepen elkaar ontmoeten, of waarbij wonen en zorg worden gecombineerd.

We werken aan de acceptatie van gediscrimineerde groepen, zoals mensen van kleur en LGBTIQA+ personen, door op scholen meer aandacht te besteden aan voorlichting en geschiedenislessen met betrekking tot deze groepen. We gaan discriminatie door overheids- en particuliere instellingen tegen, en maken ons hard voor het toegankelijk maken van gebouwen en voorzieningen voor mensen met een beperking.

Het zorgstelsel en de bijbehorende vergoedingen van verzekeraars zijn te veel gericht op operatie, behandeling en medicatie. Uitgaven voor of kosten van preventie – zoals de diëtist, verslavingszorg en hulp bij stoppen met roken – blijven in het basispakket en worden volledig vergoed. Zorgverzekeraars gaan meer preventiemaatregelen vergoeden: we richten het zorgsysteem beter in op hulp en begeleiding om de eigen gezondheid te versterken. Huisartsen moeten leefstijladvies volledig kunnen declareren. Ook in de opleiding van artsen en andere zorgverleners wordt hier meer aandacht aan besteed. Het eigen risico wordt afgeschaft, en we brengen het ziekenfonds terug met een uitgebreide dekking – ook voor mondzorg, fysiotherapie en (definitieve) anticonceptie. De premie wordt verlaagd en de inkomensafhankelijke bijdrage gaat omhoog. De zorgtoeslag wordt zo overbodig en het mijden van zorg door de angst voor te hoge kosten wordt tegengegaan.

De afgelopen jaren is de ongelijkheid in de Nederlandse samenleving alleen maar toegenomen, door politieke keuzes van de afgelopen kabinetten onder leiding van de VVD. Zinvol werk wordt vaak laag betaald, en werk waarvan de toegevoegde waarde twijfelachtig is betaalt juist goed. De Partij voor de Dieren wil de bestaanszekerheid verhogen door een einde te maken aan uitbuitbanen en flexcontracten, en door beroepen die nu laag betaald worden meer te gaan waarderen. We willen toe naar een samenleving waarin mensen zo veel mogelijk zelf invulling kunnen geven aan hoe ze hun leven inrichten en hun inkomen verdienen. We moeten af van de doorgeslagen prestatiedruk, die zorgt voor continue stress en gejaagdheid. Gelijk werk betekent voor ons ook gelijke beloning. Sekse, gender, etniciteit en beperking mogen niet tot inkomensverschillen leiden. Door een kortere werkweek en een betere verdeling van het beschikbare werk is er meer tijd voor elkaar.

We kijken naar het invoeren van een onvoorwaardelijk basisinkomen om de onderhandelingsmacht van werknemers en de zekerheid en autonomie van mensen te vergroten. Het minimumloon gaat naar 16 euro. Uitkeringen stijgen mee met het minimumloon. Ook halen we het wantrouwen uit regels voor de sociale zekerheid. Mensen in hetzelfde huishouden hebben recht op een bijstandsuitkering. We schrappen daarom de kostendelersnorm en partnertoets. Bijverdienen wordt mogelijk voor mensen in de bijstand. We versoepelen het giftenbeleid voor mensen met een bijstandsuitkering. En we eisen geen tegenprestatie meer van mensen met recht op bijstand. Mensen die gedeeltelijk arbeidsongeschikt worden, krijgen recht op een uitkering (WIA) vanaf 15% arbeidsongeschiktheid. We verlengen de kortdurende WW naar zes maanden.

We gaan mensen met hoge schulden beter en sneller helpen. Schuldhulp bereikt nu nog veel te weinig mensen. Het moet makkelijker worden om hulp te vragen en we maken schuldtrajecten korter, zodat mensen sneller verder kunnen met hun leven. Dat scheelt bovendien in maatschappelijke kosten.

Kinderopvang wordt gratis voor mensen met een laag inkomen. De arbeidseis, dat beide ouders moeten werken om in aanmerking te komen, wordt afgeschaft. We maken ook de kinderbijslag inkomensafhankelijk. We maken uiteindelijk alle toeslagen overbodig. Hierbij geldt het uitgangspunt dat iedereen voldoende inkomen heeft om normaal in alle basisbehoeften te kunnen voorzien.

We pakken de blootgelegde pijnpunten aan, én leren van de lessen die de coronacrisis ons heeft geleerd. Ook voor de toekomst zijn adequate gezondheidsmaatregelen nodig; leerlingen en leraren hebben recht op een veilige leer- en werkomgeving. Het belang van kleinere klassen is weer eens gebleken. Negatieve gevolgen van de pandemie, zoals leerachterstanden en het wegvallen van sociale contacten, vergen een inhaalslag en extra investeringen. De nasleep van de coronacrisis mag bestaande ongelijkheden niet vergroten.

We doen er alles aan om de kans dat er ooit weer een pandemie uitbreekt te verkleinen, bijvoorbeeld door aan te sturen op een radicale verandering in de wijze waarop we met dieren om gaan. Mensen die langdurig moeten leven met de gevolgen van een zoönose, zoals met post-covid (long-covid) of het Q-koortsvermoeidheidssyndroom, verdienen volledige erkenning en ondersteuning. Zorgmedewerkers en leraren met post-covid (die dit op hun werk hebben opgelopen) ontvangen voldoende financiële compensatie van de overheid. Er wordt meer geld uitgetrokken voor onderzoek naar post-covid.

De druk op scholieren en studenten moet omlaag. Nu moeten studenten steeds sneller studeren, meer lenen en tijdens de studie al nuttige (werk)ervaring opdoen om hun cv op te bouwen. Dit komt bovenop andere problematiek omtrent de bestaanszekerheid van jonge mensen, bijvoorbeeld op de woningmarkt of als gevolg van de inflatie. Psychische problematiek bij jongeren is een groeiend probleem. Het is zaak dat hard wordt ingezet op het verhelpen en voorkomen van stress, en het creëren van mentale rust voor deze groep. Scholen horen niet gericht te zijn op rendement, standaardisatie, controle, concurrentie en zakelijke managementmodellen, maar op zelfontwikkeling en –ontplooiing van de individuele leerling.

Het leenstelsel heeft veel schade aangericht: veel (oud-)studenten hebben een studieschuld van vele (tien)duizenden euro’s opgebouwd. Dit heeft de ongelijkheid tussen studenten sterk vergroot. We vinden dat er een goede compensatieregeling moet komen, om te voorkomen dat de gevolgen van het leenstelsel ook de komende jaren voor verschillen blijven zorgen.

De Partij voor de Dieren wil dat het onderwijs zich niet alleen richt op het ontwikkelen van cognitieve vaardigheden, maar ook op de ontplooiing van álle talenten, inclusief sociale, emotionele, motorische en creatieve vermogens. Deze kunnen niet in cijfers worden uitgedrukt. We geven scholen meer zeggenschap over de manier waarop wettelijke leerdoelen worden behaald. De hyperfocus op cijfers en urennormenlaten we gaan. We maken van het beroep van leraar aantrekkelijker, bijvoorbeeld door betere salarissen en arbeidsvoorwaarden, meer zeggenschap over de invulling van het werk, en verlaging van de werkdruk door meer budget vrij te maken voor ondersteunend personeel. Klassengroottes worden beperkt tot 21 leerlingen. Leerlingen krijgen meer inspraak in hun curriculum. We werken ook aan de verbetering van het passend onderwijs, dat op dit moment niet goed functioneert. Doorstromen naar een volgende opleiding wordt makkelijker gemaakt in plaats van moeilijker.

Er dient ook actief gewerkt te worden aan een cultuur waarin taboes rondom faalangst en psychische klachten tijdens de studie doorbroken worden. Iedere student krijgt directe en laagdrempelige toegang tot een studieadviseur, studentdecaan of vertrouwenspersoon. Het aanbod van studentpsychologen wordt verruimd, zodat studenten op een redelijke termijn hulp kunnen inroepen. Zorgteams op scholen zijn voldoende groot en beschikken over de juiste expertise en middelen om de (veelheid aan) onderwerpen aan te kunnen die komen kijken bij onderwijs op maat. Denk aan zorg, basiskennis en vroegsignalering op het gebied van leerontwikkelingen, beperkingen en het sociaal-emotionele functioneren. Er komt een jaarlijkse meting naar het studentenwelzijn in het kader van preventie, vroege signalering en taboedoorbreking.

Middelengebruik

De keuze om al dan niet softdrugs te gebruiken vinden wij een kwestie van persoonlijke vrijheid en verantwoordelijkheid van de individuele burger. Het ligt niet voor de hand het ene stimulerende middel toe te staan en het andere te verbieden, zonder dat er duidelijk onderscheid is tussen bijvoorbeeld alcohol, cannabis en xtc wat betreft de gevaren. Bovendien is er geen bewijs dat het verbieden van drugs ertoe leidt dat mensen niet meer gebruiken. Juist door softdrugs in het criminele of grijze circuit te drukken bestaat de kans dat mensen sneller in aanraking komen met gevaarlijke harddrugs, en dat de drugs waarmee zij in aanraking komen gevaarlijke stoffen of te hoge doses van werkzame stoffen bevatten. Het gebruik en de productie van softdrugs wordt gelegaliseerd en gereguleerd, zodat teelt legaal wordt, gezondheids- en milieurisico’s actief kunnen worden bestreden, en er accijns kan worden geheven waarmee bijvoorbeeld maatregelen op het gebied van harm reduction kunnen worden gefinancierd. Ook de verstrekking van softdrugs voor medische doeleinden moet minder ingeperkt worden. We willen een door de overheid gefinancierd onderzoek naar de mogelijke effecten van legalisatie van xtc. Jongeren en volwassenen worden indringend voorgelicht over de impact van drugs op hun gezondheid, het milieu en criminaliteit. Er komen geen nieuwe coffeeshops in de buurt van scholen.

Verslavingszorg wordt volledig vergoed vanuit het basispakket. Het is belangrijk dat deze zorg wordt aangeboden door brede teams, waarbij ook hulp op sociaal-economisch en anderszins psychologisch gebied wordt betrokken. Mensen die verslaafd zijn hebben vaak meerdere problemen, en raken door hun verslaving vaak hun geld, woning, familie en vrienden kwijt. De hulp die zij nodig hebben is vaak complex, maar zeker wel mogelijk! Door iedereen in diens waarde te laten kun je betere zorg verlenen, zonder stigma.

De verkoop van (e-)sigaretten en andere tabaksproducten wordt vergunningsplichtig en kan alleen nog in tabakszaken. Prijzen worden substantieel verhoogd. Door als overheid de regie terug te pakken van de tabakslobby creëren we een omgeving die positief bijdraagt aan onze gezondheid. We lichten jongeren al op jonge leeftijd meer en beter voor over de schadelijke effecten van (e-)sigaretten en andere tabaksproducten.

We lichten jongeren al op jonge leeftijd meer en beter voor over de schadelijke effecten van alcohol, en blijven streng handhaven op de leeftijdsgrens van 18 jaar. Reclames voor alcohol worden verboden. ‘Mengformules’ zoals een wijntje bij de kapper blijven niet toegestaan. Door als overheid de regie terug te pakken van de alcohollobby creëren we een omgeving die positief bijdraagt aan onze gezondheid.

Onder druk van de gokindustrie zijn de mogelijkheden voor online gokken de afgelopen jaren flink verruimd. Tegenwoordig is het mogelijk om online te wedden op zo ongeveer alles waarover onzekerheid bestaat. Waar de verslavende effecten van gokken in casino’s al langer bekend waren, is gebleken dat gokken vanuit de anonimiteit van het eigen huis nog veel verslavender werkt. In plaats van het verder willen verruimen van deze industrie, hebben wij consistent tegen o.a. de legalisering van kansspelen op afstand gestemd. Reclames voor gokken willen we verbieden.

We willen het voor de overheid makkelijker maken om toe te zien op de productie en distributie van verslavende middelen. Het heeft geen zin om te doen alsof deze niet bestaan. We kunnen beter inzetten op regulering en voorlichting. Door in te zetten op een integrale aanpak waarbij bijvoorbeeld onderwijs en wijkteams worden betrokken, gaan we de vervreemding en stigmatisering van mensen met verslavingsproblematiek tegen. In beginsel wil de Partij voor de Dieren de leefomgeving zo inrichten dat mensen gestimuleerd worden dingen te doen die goed voor hen zijn, en ontmoedigd worden dingen te doen die dat niet zijn.

Wachtlijsten en toegankelijkheid

De GGZ wordt onderdeel van de zorg in elke buurt. Een toegankelijke, inclusieve gezondheidszorg op maat wordt het uitgangspunt. Wachtlijsten en wachttijden in de GGZ dringen we terug door te investeren in genoeg (vergoede) omscholings- en opleidingsmogelijkheden, vermindering van administratieve lasten, en vermindering van kosten door professionals te stimuleren in loondienst te gaan. In de tussentijd zorgen we voor voldoende overbruggingszorg en meer (tijdelijke) opnameplaatsen en crisisbedden. 

Daarnaast is de jeugdzorg in Nederland in slechte staat. De decentralisatie ging gepaard met onverantwoorde bezuinigingen. We gaan flink investeren om de werkdruk te verminderen en de wachtlijsten terug te dringen. Verschillen tussen gemeenten in aanbod en kwaliteit van jeugdhulp zijn onaanvaardbaar. We zorgen dat elke gemeente voldoende middelen heeft voor een goed georganiseerde jeugdzorg. De leeftijdsgrens gaat naar 21 jaar en de jeugdhulp wordt vanaf 18 jaar geleidelijk afgebouwd.

De uitstroom van medewerkers in de zorg is te hoog. Een groot deel van de zorgmedewerkers haakt na een paar jaar in de zorg af en komt niet meer terug. De bezuinigingen, privatisering en marktwerking hebben ervoor gezorgd dat de zorg vooral draait om winstmaximalisatie. Dat gaan we veranderen. We willen handen aan het bed, niet achter een computer om verslagen in te vullen. Absurde beloningen, winstuitkeringen en bonussen aan de top van de zorg schaffen we meteen af. Managementlagen worden ingekrompen waar dat kan, en het vrijgekomen budget wordt geïnvesteerd in mensen die zorg verlenen. Ruimte voor (bij)scholing en goede arbeidsvoorwaarden worden vanzelfsprekend. De salarissen gaan omhoog. Zorgmedewerkers krijgen meer te zeggen over de inhoud van hun werk en werkroosters. Zo wordt het ook voor jongeren aantrekkelijker om een baan in de zorg te kiezen én er te blijven. Ook zetten we in op kleinschaligere basiszorg. Meer aandacht en keuzevrijheid leidt ook voor patiënten tot kwalitatief betere en aangenamere zorg. Sociaal werk moet daarnaast beter gefaciliteerd en meer geïntegreerd worden in het zorgaanbod. Ook hier geldt; waar sociaal werkers psychosociale klachten op tijd herkennen, kunnen ergere problemen voorkomen worden. Ook laagdrempelige (online) initiatieven gericht op zelfherstel en lotgenotencontact kunnen helpen. De overheid erkent, stimuleert en ondersteunt dit soort initiatieven op lokaal niveau.

Een groot deel van de zorgmedewerkers haakt na een paar jaar in de zorg af en komt niet meer terug. We investeren flink in zorgverleners: ruimte voor (bij)scholing en goede arbeidsvoorwaarden zijn vanzelfsprekend. De salarissen gaan omhoog. Zorgmedewerkers krijgen meer te zeggen over de inhoud van hun werk en werkroosters. Zo wordt het ook voor jongeren aantrekkelijker om een baan in de zorg te kiezen én er ook te blijven.

Wat ons betreft moeten er voldoende middelen worden vrijgemaakt om de toegang tot de geestelijke gezondheid te verbeteren.  Ook aan preventie moet veel meer geld worden uitgegeven dan nu het geval is. Het kabinet trekt nu 3,5 miljoen uit voor het versterken van mentale weerbaarheid en om de maatschappelijke kosten en sociale impact van mentale gezondheidsklachten te verminderen. Op een begroting van in totaal 111 miljard is dat ontzettend weinig. Hier willen wij verandering in brengen.

Geld voor toegang tot geestelijke gezondheidszorg en voor preventie moet worden vrijgemaakt vanuit verschillende beleidsterreinen, omdat geestelijke gezondheid aan veel beleidsterreinen raakt. Zowel het ministerie van VWS maar ook het ministerie van OCW, SZW, BZ en zelfs het ministerie van LNV zijn hierbij belangrijk.

Ambulantisering

Er zijn nu én te weinig zorgverleners, én de afbouw van de intramurale bedden gaat niet gelijk op met de beschikbaarheid van (beschermd) wonen met zorg. Ook sluit het huidige aanbod nog niet genoeg aan op datgene wat er nodig is. Door meer tijd te nemen voor de opbouw van ambulante zorg in de wijk en de afbouw van intramurale zorg te vertragen creëer je een zorgvuldiger traject voor alle betrokkenen. Tot het zover is, zorgen we voor voldoende overbruggingszorg en meer (tijdelijke) opnameplaatsen en crisisbedden.

In de loop van de tijd zijn overheidstaken steeds meer op afstand gezet. Er wordt veel op regionaal niveau samengewerkt, waardoor de democratische controle en besluitvorming door gekozen volks-vertegenwoordigers aan zeggenschap inboet.

De overheid garandeert een divers zorgaanbod. Zorg vanuit bv. de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo), de Jeugdwet en vanuit de Wet Langdurige Zorg (Wlz) wordt bij voorkeur kleinschalig aangeboden en is in elke gemeente gelijkwaardig: tot welke zorg je toegang hebt, mag niet afhangen van de gemeente waarin je woont. De regie bij regionale overheden leggen kan hierbij helpen, maar dit mag geen verkapte bezuinigingsoperatie zijn. Gemeenten moeten genoeg middelen krijgen om goede zorg aan te bieden, die ook alleen dáárvoor aangewend mogen worden. Ook sociaal werk moet beter gefaciliteerd en geïntegreerd worden in het zorgaanbod, zodat een deel van de problemen al eerder kan worden voorkomen. Ook mantelzorgers, wijkteams en (F)ACT-teams worden (financieel) ondersteund, en bij de toegang en evaluatie van de zorg wordt meer rekening gehouden met deze partijen. Er komt extra aandacht voor het tegengaan van overbelasting van mantelzorgers.

Kwaliteit van de zorg

Door als eerste te investeren in de directe zorgverlening en als tweede de zorgverleners aan het roer te zetten, met bijpassende loonsverhoging en verminderde werkdruk. Voldoende ruimte voor (bij)scholing en inspraak en zeggenschap. Zorgmedewerkers krijgen meer te zeggen over de inhoud van hun werk en werkroosters. Zo wordt de zorg ook voor patiënten een aangenamere omgeving. In grote bedrijven krijgen werknemers meer zeggenschap over belangrijke beslissingen, zoals fusies, overnames, reorganisaties. De positie van werknemers in de ondernemingsraad wordt versterkt.

De IGJ toetst de kwaliteit van zorg bij een zorgaanbieder of behandelaar, zonder dat dit gepaard gaat met extra papieren rompslomp. Deze informatie wordt actief naar buiten gebracht. Zorgverzekeraars en zorgkantoren stellen hun inkoopdata over de gecontracteerde zorg digitaal ter beschikking zodat cliënten en mantelzorgers zich eenvoudig kunnen informeren over de mogelijkheden die er voor hen zijn.

De Partij voor de Dieren heeft tegen de stelselwijziging in 2015 gestemd en is hier nog steeds tegen. Telkens blijkt dat sleutelen aan wetten, bevoegdheden, lokaal of regionaal niet datgene brengt wat beleidsmakers voor ogen hebben. Helaas gaat hier wel heel veel tijd en geld door verloren, die daardoor niet meer voor zorg beschikbaar is. Wij draaien het om. Door te werken vanuit de inhoud met de zorgexperts en de ervaringsdeskundigen én met behulp van langdurig beschikbare experimenteerruimte vanuit de Nza en met subsidieverordeningen vanuit de Rijksoverheid ontstaan mogelijkheden om deze integrale zorg wel te bereiken. Door eerst de inhoud en pas later de vorm of het proces centraal te stellen is er meer kans op succes voor integrale GGZ-zorg die aansluit bij de bestaande behoefte.

De laatste jaren is er te veel focus geweest op de kosten van de zorg, die door de wijze waarop de zorg nu is ingericht ook juist steeds verder toenemen. Zorgverzekeraars hebben te veel macht gekregen. We willen dat er hulpverleners zoveel mogelijk directe tijd hebben voor het contact met hun cliënt en niet achter een computer verslagen en andere rapportages in zitten te vullen. Managementlagen worden ingekrompen waar dat kan, en het vrijgekomen budget wordt meteen geïnvesteerd in mensen die deze zorg verlenen. Hulpverleners krijgen meer te zeggen over de inhoud van hun werk en werkroosters. Zo wordt het ook voor jongeren ook aantrekkelijker om voor de zorg te kiezen én er ook te blijven.

Het oormerken van een beschikbaar budget is zinvol omdat hierdoor zowel de financiers als de zorgaanbieders weten waar ze aan toe zijn en hierdoor duidelijke (langere termijn) afspraken kunnen maken.

Beschikbaarheid woningen

Niemand hoeft op straat te slapen. Dakloosheid is de meest extreme vorm van sociale uitsluiting die zorgt voor bestaansonzekerheid. Onnodige bureaucratie die de hulp aan daklozen belemmert, zoals het zelfredzaamheidscriterium, wordt afgeschaft. In elke gemeente komen voldoende gratis slaapplaatsen. Bij slecht weer en kou mag een huisdier nooit een weigeringsgrond vormen voor opvang van de dakloze: ook voor huisdieren wordt een passende plaats gezocht, bijvoorbeeld in het asiel als het niet in de daklozenopvang kan.
Ook mensen met GGZ-problemen zonder geldige verblijfsvergunning krijgen dag- en nachtopvang en krijgen de zorg die ze nodig hebben. Toegang tot voedselbanken en daklozenopvang wordt losgekoppeld van nationaliteit en verblijfsstatus. Daarnaast worden zij ook juridisch en maatschappelijk begeleid zodat zij kunnen werken aan hun bestaanszekerheid. Gemeenten krijgen daarvoor hulp van het Rijk. In de tussentijd zorgen we voor voldoende overbruggingszorg en meer (tijdelijke) opnameplaatsen en crisisbedden zodat er altijd een plek is voor iemand in geestelijke nood. Om de schrijnende situaties van staatloosheid te beëindigen, is het recht op een verblijfsvergunning voor erkende staatlozen van groot belang.

We maken een einde aan uitzichtloosheid in asielzoekerscentra. Mensen die verblijven in een asielzoekerscentrum kunnen zich voortaan ontplooien en hebben recht op goede begeleiding, taalcursussen en zorg, en minderjarigen hebben recht op onderwijs. Daarnaast komt er meer aandacht voor psychische hulp, want mensen die asiel zoeken, hebben vaak een heftige reis achter de rug en/of trauma’s opgelopen in het gebied waaruit ze gevlucht zijn.

Daarnaast moet de huizenmarkt snel van het slot af en moeten er meer huizen komen. Een dak boven je hoofd is een basisrecht voor iedereen. Om dat op te lossen zullen er tot 2030 heel veel woningen bij moeten komen, waarbij we eerst gebruik maken van leegstaande gebouwen, doorstroming bevorderen en binnenstedelijk verdichten, en daarna pas bijbouwen. Een ministerie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is noodzakelijk. We creëren vooral meer sociale huurwoningen. Met een financiële injectie door het Rijk worden woningcorporaties weer op gang geholpen met hun bouwopgave. Door de maximale inkomensgrens te verhogen worden sociale huurwoningen toegankelijk voor meer mensen. Omdat steeds meer mensen in de knel komen door hun hoge huur worden de huren de komende vijf jaar bevroren. Gentrificatie wordt tegengegaan door aan te sturen op gemengde wijken, waar bewoners van verschillende inkomensgroepen, achtergronden en leefstijlen elkaar ontmoeten. Het karakter van wijken en de rechten van degenen die daar reeds wonen worden beschermd. Huisuitzetting en uithuisplaatsing worden voorkomen door voldoende en tijdige schuldhulpverlening. Directe uithuisplaatsing bij betalingsachterstand wordt verboden.

Ervaringsdeskundigheid

Zoals de naam al aangeeft heeft niemand zoveel inzicht in de ervaringen en behoeften van mensen die (complexe) zorg genieten als anderen die hetzelfde meemaken of al eens meegemaakt hebben. Het is niet meer dan logisch om ervaringsdeskundigen de tijd en ruimte te geven om mee te praten, te evalueren en te beslissen over beleid dat mensen zoals zijzelf direct aangaat. Dit leidt niet alleen tot beter beleid, maar draagt ook bij aan een vorm van politiek waarin burgers worden gerespecteerd, vertrouwd en serieus worden genomen. We gaan in bredere zin vertegenwoordigers van (kwetsbare) groepen betrekken bij het maken van beleid dat hen direct aangaat. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor migranten, jongeren en LHBTIQA+-mensen, en intersectionele kwesties waar meerdere van dergelijke identiteiten elkaar raken.

(De)stigmatisering

Draagvlak en begrip kweek je door goede voorlichting en door het gesprek aan te gaan. Dit kan vanuit het Rijk (denk aan de grote landelijke campagne om depressiviteit uit het verborgene te halen) of op gemeentelijk of zelfs wijk-niveau. Door bijeenkomsten te houden waar ook ervaringsdeskundigen bij aanwezig zijn, door in gesprek te gaan met buurtgenoten, en uitleg te geven over verward of onbegrepen gedrag. Ook in het onderwijs werken we aan het creëren van begrip en draagvlak, zodat kinderen en jongeren al vroeg bekend raken met psychische aandoeningen net zoals ze dit in grotere mate al zijn met fysieke aandoeningen. Zo gaan we meer aandacht besteden aan neurodivergentie in het basis- en middelbaar onderwijs, op de werkvloer en in opleidingen van zorgverleners. Daarmee komt meer aandacht voor de verschillende manieren waarop het brein van mensen werkt, bijvoorbeeld als het gaat om communicatie en het omgaan met en het verwerken van prikkels en informatie. Bovenal is het belangrijk dat mensen elkaar leren kennen zodat men met elkaar leert leven in plaats van tegenover elkaar. Dat kan bijvoorbeeld met behulp van buurtbemiddelaars, sociaal werkers, de buurt-GGZ zoals door ons voorgesteld, of de sociaal psychiatrisch verpleegkundige. We stimuleren huisvestingsbeleid dat leidt tot diversere wijken.

We gaan discriminatie van neurodivergente mensen door overheid en politie, en op de arbeids- en woningmarkt harder tegen. Ook komt er een recht op werk voor mensen met een arbeidsbeperking en een nieuw type sociale werkvoorziening die zorgt voor betekenisvol werk dicht bij huis, met voldoende begeleiding en een volwaardig inkomen. Door deze maatregelen raken mensen minder snel geïsoleerd, en worden (ergere) klachten voorkomen.

Ouderen

Ouderen kunnen kiezen tussen kwalitatieve en voldoende zorg thuis of een plek in een verpleeghuis. Er is voldoende wijkverpleging beschikbaar. De lange wachtlijsten voor verpleeghuizen worden teruggedrongen door meer en kleinschaligere verpleeghuizen te bouwen en te investeren in zorgmedewerkers.

Er komen voldoende faciliteiten voor dagbesteding voor thuiswonende ouderen. Zorg blijft regionaal toegankelijk en lokale zorgaanbieders blijven overeind. Gemeenten krijgen genoeg middelen om goede zorg aan te bieden die ook alleen dáárvoor aangewend worden. De kosten, uitvoering en kwaliteit van de zorg zijn in elke gemeente gelijk. Dit geldt ook voor de aanpassingen die nodig zijn om een huis geschikt te maken i.v.m. ouderendom of ziekte van de bewoner. Ook identiteitsgebonden zorgcentra worden ondersteund, zoals met LHBTIQA+-ouderen en ouderen met verschillende culturele achtergronden.

Door de afbouw van klinische bedden in de GGZ, ook voor de doelgroep gerontopsychiatrie, wordt er sneller naar opvang in de ouderenzorg gekeken. Alleen is die ontwikkeling gaande zonder een coherent beleid. Dit bemoeilijkt de ontwikkeling van gerontopsychiatrie binnen de ouderenzorg. Kleinschalige woonvormen voor doelgroepen zoals gerontopsychiatrie zijn nodig. Dit vraagt een samenwerking tussen de verpleeghuissector en de GGZ. En voor ouderen die nog thuis wonen en chronische psychiatrische problemen hebben in combinatie met complexe lichamelijke problematiek, is de samenwerking tussen de huisarts, ouderenarts geneeskunde en sociaalpsychiatrisch verpleegkundige ook erg belangrijk.

Nieuwe vormen van wonen en huisvesting worden gestimuleerd. Lege bedrijfspanden worden herontwikkeld en krijgen een andere functie, zoals wonen. Op voormalige boerderijen kan worden geëxperimenteerd met woongemeenschappen, waarbij jong en oud samenleven en elkaar kunnen ondersteunen. Ook worden meergeneratiewoningen, zoals kangoeroewoningen en mantelzorgwoningen, fiscaal gestimuleerd en er komt meer ruimte om dergelijke woon- en samenlevingsvormen te ontwikkelen.

Arbeidsparticipatie en eigen kracht

De Partij voor de Dieren wil een samenleving waarin mensen zo veel mogelijk zelf invulling kunnen geven aan hoe ze hun leven inrichten en hun inkomen verdienen. We willen allereerst af van de doorgeslagen prestatiedruk die zorgt voor continue stress en gejaagdheid. Door een kortere werkweek, het eventueel na onderzoek invoeren van een basisinkomen, en een betere verdeling van het beschikbare werk wordt werken weer behapbaarder voor meer mensen en is er meer tijd voor elkaar.

Er komt een recht op werk voor mensen met een arbeidsbeperking en een nieuw type sociale werkvoorziening die zorgt voor betekenisvol werk dicht bij huis, met voldoende begeleiding en een volwaardig inkomen. Werkzoekenden kunnen gemakkelijker vrijwilligerswerk en stages doen, ook als dat werk niet direct op terugkeer naar de arbeidsmarkt is gericht. Deze activiteiten tellen mee als zinvolle voorbereiding op terugkeer naar de arbeidsmarkt. Ook gaan we onderzoeken hoe mensen door het verrichten van maatschappelijk zinvol geachte activiteiten een ‘sociaal kapitaal’ kunnen opbouwen, dat ingezet kan worden voor het bekostigen van basisbehoeften als eten en woonruimte. De versobering van het vangnet voor jongeren met een beperking (de Wajong) wordt teruggedraaid. Zij krijgen kansen op een zinvolle en nuttige dagbesteding met doorgroeimogelijkheden naar een passende betaalde baan.

De arbeidsinspectie krijgt een breder mandaat om zelf onderzoek te doen en gaat ook handhaven op de naleving van cao-lonen, discriminatie en sociale veiligheid, waarbij met name de laatste 2 van groot belang zijn voor mensen met een psychische aandoening of verslaving. De arbeidsinspectie gaat daarbij ook nadrukkelijk in gesprek met medewerkers.

Wij zijn voorstander van een breed plan van aanpak voor psychische gezondheid waarbij zowel ervaringsdeskundigen, zorgprofessionals als ook het onderwijs, werkgevers- en werknemersorganisaties gaan samenwerken. Ook willen we een integrale aanpak voor suïcidepreventie (in onderwijs, zorg en op sociaaleconomisch terrein) om het aantal zelfdodingen terug te dringen. Het zorgsysteem moet beter worden ingericht op hulp en begeleiding om de eigen gezondheid te versterken.  Juist initiatieven gericht op zelfherstel en lotgenotencontact zoals @ease, kunnen hier, heel laagdrempelig, bij helpen. De overheid erkent, stimuleert en ondersteunt dit soort initiatieven op lokaal niveau.

De zorg dient weer te draaien om samenwerking ten dienste van de patiënt, in plaats van om onderlinge concurrentie. Zo houden we de zorg voor iedereen toegankelijk. Sinds 2006 wordt medische en mentale zorg vergoed per handeling in plaats van wat voor de patiënt het beste is. Betaling per handeling maakt het aantrekkelijk om vooral dure medische ingrepen te doen. Dat maakt de medische zorg in Nederland uiteindelijk duurder, wat vervolgens weer leidt tot bezuinigingen. Deze bezuinigingen raken vooral mensen die lang op een wachtlijst staan. Daardoor is de zorg niet beschikbaar voor iedereen die het nodig heeft, of gaat de kwaliteit achteruit. De vermarkting van de zorg is de toegankelijkheid en kwaliteit van zorg daarmee niet ten goede gekomen. Essentiële zorg, zoals ouderenzorg of huisartsenzorg, moet niet langer over marktwerking gaan. In plaats daarvan organiseren we deze zorg als een basisvoorziening, die lokaal binnen gemeenten georganiseerd wordt. Er komt een taskforce om verspilling in de zorg op alle fronten tegen te gaan en perverse prikkels af te schaffen.

De GGZ wordt geïntegreerd op wijkniveau. We zorgen voor een initiatiefrecht dat inwoners meer zeggenschap geeft over de wijze waarop zij zorg en hulp in hun wijk geregeld willen hebben. Zorg vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en zorg voor mensen met een beperking (vanuit de Wet langdurige zorg) wordt bij voorkeur kleinschalig aangeboden en is in elke gemeente gelijkwaardig: welke zorg je kan ontvangen, mag niet afhangen van de gemeente waarin je woont.

Wmo-zorgverleners worden beter ondersteund en betaald. Huisartsenpraktijken blijven voor iedereen goed bereikbaar. We grijpen in wanneer absurde huurprijzen ertoe leiden dat huisartsen verdwijnen uit stadscentra en gewilde wijken. Ook grijpen we in wanneer commerciële partijen huisartsenpraktijken opkopen waardoor de zorg niet gegarandeerd kan worden. Minder patiënten per huisarts geeft de huisarts ruimte om langere consulten in te plannen zodat patiënten echt gehoord kunnen worden. We zorgen dat de normpraktijk (het aantal patiënten per huisarts) wordt verlaagd. Regionale ziekenhuizen blijven overeind en worden niet meer opgeslokt door fusies. Zo is goede zorg bereikbaar voor iedereen. Alleen complexe zorg wordt ondergebracht bij gespecialiseerde ziekenhuizen. Er komt meer aandacht voor diversiteit binnen zorgopleidingen, zorgbehandelingen en bij medicijnontwikkeling. Hierbij valt te denken aan gezondheidsgerelateerde verschillen tussen sociaal-economische status, sekse, gender, cultuur en etniciteit. Een toegankelijke, inclusieve gezondheidszorg op maat wordt het uitgangspunt. Alle publieke ruimtes worden toegankelijk gemaakt voor mensen in een rolstoel of met een beperking.

Scroll naar boven