Arbeidsparticipatie en eigen kracht

VVD over arbeidsparticipatie en eigen kracht

De VVD wil dat iedereen in Nederland zoveel mogelijk kan meedoen in de maatschappij, dus ook mensen met een psychische aandoening of verslaving. Meedoen in de maatschappij betekent veelal ook het hebben van een passende baan. De VVD zet zich in voor betere begeleiding naar werk. Zo willen we werkgevers belonen als ze iemand in dienst nemen die een afstand tot de arbeidsmarkt heeft. Met de banenafspraak zijn er op deze manier al meer dan 80.000 banen gecreëerd. Het hebben van een aandoening of ziekte hoeft namelijk niet te betekenen dat iemand niet meer kan meedoen.

De VVD vindt dat lotgenotencontactgroepen en zelfregiecentra een meerwaarde hebben naast reguliere zorg voor mensen met psychische klachten. Ze worden als laagdrempelige, lokale en regionale voorzieningen beschouwd en kunnen een rol spelen in het voorkomen van terugval. In het Integraal Zorgakkoord zijn onder meer afspraken gemaakt over het realiseren van een landelijk dekkend netwerk van regionale en laagdrempelige steunpunten en digitale lotgenotengroepen en het opzetten van mentale gezondheidscentra door het hele land.

De VVD vindt zorg bij de burger belangrijk. Een deel van de ggz-zorg wordt sinds de decentralisatie door gemeenten georganiseerd. Daardoor kan zorg beter in samenhang plaatsvinden, bijvoorbeeld met hulp bij werk, inkomen en schulden. Dat helpt om behoeften en problemen die impact hebben op de mentale gezondheid van mensen eerder en beter in beeld te brengen en daarmee (zwaardere) zorg te kunnen voorkomen. Daardoor kunnen mensen met psychische aandoeningen of mentale klachten zoveel mogelijk blijven deelnemen aan de maatschappij. Daarnaast wil de VVD het opzetten van een landelijk dekkend netwerk van mentale gezondheidscentra en laagdrempelige herstel- en zelfregiecentra bevorderen, zodat mensen laagdrempelig naar passende hulp op de juiste plek geholpen kunnen worden.

CDA over arbeidsparticipatie en eigen kracht

Mensen die (tijdelijk) een extra steuntje in de rug nodig hebben op weg naar een passende baan, kunnen rekenen op ondersteuning door het talent- en werkcentrum. Daar wordt hulp geboden bij het vinden en houden van een baan. Iedereen heeft recht op begeleiding naar werk of talentontwikkeling via een deze route. Voor mensen met een arbeidsbeperking is het vaak moeilijk om een passende baan te vinden. Sociale ontwikkelbedrijven kunnen helpen bij het vinden en houden van een baan.
Om de kansen voor echt iedereen op werk te verbeteren komen we met een nieuw voorstel voor ‘basisbanen’: gewone banen bij gewone werkgevers met loonkostensubsidie op maat. Basisbanen bieden een start op de arbeidsmarkt, maar kunnen ook helpen als tussenstation bij een carrière switch.

Laagdrempelige steunpunten zoals zelfregie- en herstelorganisaties (ZHO’s) zorgen ervoor dat mensen laagdrempelig en dicht bij huis in de eigen omgeving aan herstel kunnen werken.’ In het Integraal Zorgakkoord staat opgenomen dat het huidige aanbod laagdrempelige steunpunten in Nederland – waaronder zelfregie- en herstelorganisaties – moet uitgroeien tot een landelijk dekkend netwerk. Het CDA ondersteunt deze lijn.

Bij het zoeken naar werk is het belangrijk dat iedereen de ondersteuning krijgt die het beste bij die persoon past. Daarom moeten we de verschillende re-integratieregelingen samenvoegen, vereenvoudigen en beter toegankelijk maken, die nu nog in verschillende wetten (WW, ZW, WIA, Participatiewet en Wajong-regeling) en per doelgroep geregeld zijn. Het beschikbaar stellen van passende interventies en voorzieningen tijdens werk, op weg naar werk of tijdens participatie, biedt mensen vroegtijdig een breder perspectief en werkt preventief. We willen dat mensen zich maar bij één loket hoeven te melden en dat ze één regie-/contactpersoon hebben die meezoekt naar een passende werkomgeving.

D66 over arbeidsparticipatie en eigen kracht

D66 wil de Participatiewet aanpassen zodat gemeenten de ruimte krijgen maatwerk te bieden bij de begeleiding van mensen in een uitkeringssituatie. Een gemeente moet de mogelijkheid hebben om de helpende hand te bieden. Tegelijkertijd blijft de mogelijkheid om verplichtingen op te leggen ook bestaan.

Niet iedereen kan in een reguliere baan aan de slag. Ook voor deze mensen kan werk wel een belangrijke bijdrage leveren aan sociale contacten, ontwikkeling en het feit dat je zelf je inkomen verdient. Daarom werken we toe naar een recht op werk. We zorgen voor basisbanen voor mensen die niet in een reguliere baan aan de slag kunnen. Wij zetten in op meer beschutte werkplekken, goede structurele beschikbaarheid van detacheringsfaciliteiten, een no-riskpolis, loonkostensubsidie en jobcoaching. Ook ondersteunen we de versterking van de sociale werkvoorziening als zelfstandige werkplaats voor de specifieke groep mensen die niet binnen de geboden structuur aan een andere werkplek geholpen kan worden.

Het versterken van het sociale domein zal bijdragen om mensen te helpen een baan te vinden die bij hun past en te ondersteunen in het dagelijks leven. Zie ook elders.

Wat D66 betreft moet de overheid het ontstaan van lotgenotencontactgroepen en zelfregiecentra zoveel mogelijk faciliteren, zonder daarbij het eigenaarschap volledig toe te eigenen. De kracht is vaak dat dit soort initiatieven in de eigen omgeving ontstaan al dan niet vanuit bijvoorbeeld patiëntenverenigingen of lokale organisaties. Wel moet worden overwogen om financiële helpende hand toe te rijken vanuit de rijksoverheid en patiëntenverenigingen.

D66 wilt dat er beter wordt samengewerkt binnen en tussen de verschillende domeinen in de zorg. Daarbij is regionale zorgcoördinatie het uitgangspunt, om goed te kunnen monitoren welke zorg beschikbaar is. Er moet minder concurrentie tussen de verschillende aanbieders plaatsvinden. De gezichten die de zorg leveren blijven zoveel mogelijk hetzelfde.

GroenLinks/PvdA over arbeidsparticipatie en eigen kracht

Werk is niet alleen van belang voor je bestaanszekerheid, maar ook voor je ontwikkeling. We zetten in op persoonlijke begeleiding, zodat mensen zonder werk gemakkelijker passend werk kunnen vinden. In sommige gevallen kan (om)scholing ook nuttig zijn, daar investeren we in. Mensen met een beperking voor wie de arbeidsmarkt geen passend werk biedt kunnen ook terecht bij een sociaal-ontwikkelbedrijf. Daar doen ze beschut werk, krijgen een diploma of begeleiding om door te stromen naar ander werk. Ook verruimen we de mogelijkheden om bij te verdienen vanuit de bijstand. De bijstand gaat uit van vertrouwen, zonder schaamte en zonder de algemene verplichting van de tegenprestatie.

We zijn voorstander van zelfregiecentra en willen zorgen voor een landelijk dekkend netwerk en structurele financiering van zelfregie-en herstelorganisaties, die ervoor kunnen zorgen dat mensen laagdrempelig en dicht bij huis kunnen werken aan hun herstel. Een motie van GroenLinks-PvdA die vraagt om een concrete aanpak om tot een landelijk dekkend netwerk van laagdrempelige steunpunten te komen, is unaniem aangenomen in de Kamer het afgelopen jaar. We zullen ons blijven inzetten dat deze motie ook wordt uitgevoerd.

Overal in Nederland willen we investeren in goede voorzieningen. De wensen en uitdagingen verschillen per regio en de landelijke politiek moet daar oog voor hebben. Dat heeft lang niet altijd te maken met de veelbesproken tegenstelling tussen stad en platteland. Als je goed kijkt zie je dat problemen die zich buiten de Randstad voordoen – zoals buslijnen die zijn wegbezuinigd – ook in bijvoorbeeld een stad als Rotterdam actueel zijn: tramhaltes verdwijnen uit arme wijken waardoor mensen het centrum nauwelijks meer kunnen bereiken. Zonder de belangen van stedelijke en landelijke gebieden tegenover elkaar te zetten, is het belangrijk oog te hebben voor de specifieke uitdagingen die spelen in verschillende delen van Nederland. Sommige regio’s groeien, andere gemeenten hebben met krimp te maken. Wel hebben alle gemeenten één ding gemeen: ze hebben te weinig geld om hun taken te kunnen uitvoeren. Daarom investeren we in gemeenten en provincies, zodat zij kunnen zorgen voor voldoende goede voorzieningen

SP over arbeidsparticipatie en eigen kracht

In de eerste plaats is het van groot belang dat het stigma op psychische aandoeningen verdwijnt. Iedereen in ons land moet volwaardig mee kunnen doen of het nu in het reguliere bedrijfsleven, bij de overheid of op een beschutte werkplaats is. Werkgevers moeten aangespoord en ondersteund worden om mensen met een psychische aandoening aan te nemen en te behouden. De SP stond aan de basis van de actiegroep ‘Armoede werkt niet!’ waar duizenden mensen zich bij aansloten. Wij willen niet dat mensen met een (psychische) arbeidsbeperking met minder inkomen achter de geraniums worden gezet. De sluiting van de Sociale Werkvoorziening bij de invoering van de Participatiewet in 2015 heeft er niet toe geleid dat mensen met een arbeidsbeperking een baan konden vinden op de reguliere arbeidsmarkt.

De SP staat voor een inclusieve samenleving met gelijke kansen op eerlijk werk en een eerlijk inkomen voor mensen zonder en met beperking. Goede opleidingen, goede begeleiding, echte banen en een fatsoenlijk inkomen voor mensen met een psychische aandoening.

Volt over arbeidsparticipatie en eigen kracht

We zorgen voor actieve werkbegeleiding naar kansrijke beroepen voor mensen die aan de zijlijn staan, zoals in de zorg, het onderwijs of de techniek. Zo pakken we tegelijkertijd de grote arbeidskrachten tekorten en uitdagingen van onze tijd aan.

Volt zal waar mogelijk initiatieven steunen die genomen moeten worden vanuit instanties als ‘Mind’ en ggz-NL op dit vlak. Verder ziet Volt het investeren in zaken zoals deze als onmisbaar onderdeel van onze investering in het zorgsysteem.

Wij willen sterk in ons openbaar vervoer systeem investeren, zodat mensen makkelijk naar de voorzieningen kunnen
komen. Verder willen wij in zorg in de regio investeren, en het makkelijker maken voor mensen in grensregio’s om in
bijvoorbeeld Duitsland of België zorg te halen als de voorzieningen daar dichterbij zijn.

Partij voor de Dieren over arbeidsparticipatie en eigen kracht

De Partij voor de Dieren wil een samenleving waarin mensen zo veel mogelijk zelf invulling kunnen geven aan hoe ze hun leven inrichten en hun inkomen verdienen. We willen allereerst af van de doorgeslagen prestatiedruk die zorgt voor continue stress en gejaagdheid. Door een kortere werkweek, het eventueel na onderzoek invoeren van een basisinkomen, en een betere verdeling van het beschikbare werk wordt werken weer behapbaarder voor meer mensen en is er meer tijd voor elkaar.

Er komt een recht op werk voor mensen met een arbeidsbeperking en een nieuw type sociale werkvoorziening die zorgt voor betekenisvol werk dicht bij huis, met voldoende begeleiding en een volwaardig inkomen. Werkzoekenden kunnen gemakkelijker vrijwilligerswerk en stages doen, ook als dat werk niet direct op terugkeer naar de arbeidsmarkt is gericht. Deze activiteiten tellen mee als zinvolle voorbereiding op terugkeer naar de arbeidsmarkt. Ook gaan we onderzoeken hoe mensen door het verrichten van maatschappelijk zinvol geachte activiteiten een ‘sociaal kapitaal’ kunnen opbouwen, dat ingezet kan worden voor het bekostigen van basisbehoeften als eten en woonruimte. De versobering van het vangnet voor jongeren met een beperking (de Wajong) wordt teruggedraaid. Zij krijgen kansen op een zinvolle en nuttige dagbesteding met doorgroeimogelijkheden naar een passende betaalde baan.

De arbeidsinspectie krijgt een breder mandaat om zelf onderzoek te doen en gaat ook handhaven op de naleving van cao-lonen, discriminatie en sociale veiligheid, waarbij met name de laatste 2 van groot belang zijn voor mensen met een psychische aandoening of verslaving. De arbeidsinspectie gaat daarbij ook nadrukkelijk in gesprek met medewerkers.

Wij zijn voorstander van een breed plan van aanpak voor psychische gezondheid waarbij zowel ervaringsdeskundigen, zorgprofessionals als ook het onderwijs, werkgevers- en werknemersorganisaties gaan samenwerken. Ook willen we een integrale aanpak voor suïcidepreventie (in onderwijs, zorg en op sociaaleconomisch terrein) om het aantal zelfdodingen terug te dringen. Het zorgsysteem moet beter worden ingericht op hulp en begeleiding om de eigen gezondheid te versterken.  Juist initiatieven gericht op zelfherstel en lotgenotencontact zoals @ease, kunnen hier, heel laagdrempelig, bij helpen. De overheid erkent, stimuleert en ondersteunt dit soort initiatieven op lokaal niveau.

De zorg dient weer te draaien om samenwerking ten dienste van de patiënt, in plaats van om onderlinge concurrentie. Zo houden we de zorg voor iedereen toegankelijk. Sinds 2006 wordt medische en mentale zorg vergoed per handeling in plaats van wat voor de patiënt het beste is. Betaling per handeling maakt het aantrekkelijk om vooral dure medische ingrepen te doen. Dat maakt de medische zorg in Nederland uiteindelijk duurder, wat vervolgens weer leidt tot bezuinigingen. Deze bezuinigingen raken vooral mensen die lang op een wachtlijst staan. Daardoor is de zorg niet beschikbaar voor iedereen die het nodig heeft, of gaat de kwaliteit achteruit. De vermarkting van de zorg is de toegankelijkheid en kwaliteit van zorg daarmee niet ten goede gekomen. Essentiële zorg, zoals ouderenzorg of huisartsenzorg, moet niet langer over marktwerking gaan. In plaats daarvan organiseren we deze zorg als een basisvoorziening, die lokaal binnen gemeenten georganiseerd wordt. Er komt een taskforce om verspilling in de zorg op alle fronten tegen te gaan en perverse prikkels af te schaffen.

De GGZ wordt geïntegreerd op wijkniveau. We zorgen voor een initiatiefrecht dat inwoners meer zeggenschap geeft over de wijze waarop zij zorg en hulp in hun wijk geregeld willen hebben. Zorg vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en zorg voor mensen met een beperking (vanuit de Wet langdurige zorg) wordt bij voorkeur kleinschalig aangeboden en is in elke gemeente gelijkwaardig: welke zorg je kan ontvangen, mag niet afhangen van de gemeente waarin je woont.

Wmo-zorgverleners worden beter ondersteund en betaald. Huisartsenpraktijken blijven voor iedereen goed bereikbaar. We grijpen in wanneer absurde huurprijzen ertoe leiden dat huisartsen verdwijnen uit stadscentra en gewilde wijken. Ook grijpen we in wanneer commerciële partijen huisartsenpraktijken opkopen waardoor de zorg niet gegarandeerd kan worden. Minder patiënten per huisarts geeft de huisarts ruimte om langere consulten in te plannen zodat patiënten echt gehoord kunnen worden. We zorgen dat de normpraktijk (het aantal patiënten per huisarts) wordt verlaagd. Regionale ziekenhuizen blijven overeind en worden niet meer opgeslokt door fusies. Zo is goede zorg bereikbaar voor iedereen. Alleen complexe zorg wordt ondergebracht bij gespecialiseerde ziekenhuizen. Er komt meer aandacht voor diversiteit binnen zorgopleidingen, zorgbehandelingen en bij medicijnontwikkeling. Hierbij valt te denken aan gezondheidsgerelateerde verschillen tussen sociaal-economische status, sekse, gender, cultuur en etniciteit. Een toegankelijke, inclusieve gezondheidszorg op maat wordt het uitgangspunt. Alle publieke ruimtes worden toegankelijk gemaakt voor mensen in een rolstoel of met een beperking.

ChristenUnie over arbeidsparticipatie en eigen kracht

Er moet meer werkgelegenheid worden gecreëerd voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Als het kan bij reguliere werkgevers en anders bij sociale ondernemingen. Deze laatste vervullen als inspiratiebron en aanjagers van een inclusieve arbeidsmarkt een belangrijke rol. Er is meer inzet van de overheid nodig om mensen die langdurig aan de kant staan duurzaam aan het werk te krijgen. Dit vraagt maatwerk en goede begeleiding. Wij onderstrepen het belang van jobcoaching op de werkvloer: iemand die naast de werknemer staat, de dagelijkse vraagbaak is en ondersteuning biedt.

We bouwen weer een stevige publieke sociale infrastructuur om mensen aan de basis van de arbeidsmarkt te ondersteunen en te helpen ontwikkelen. De basisbaan wordt het nieuwe sluitstuk van de sociale zekerheid. Veel gemeenten werken al met dit principe. Vanuit de sociale basisvoorziening voor werk moeten voldoende werkplekken worden aangeboden voor mensen die duurzaam of tijdelijk afhankelijk zijn van een beschermde werkomgeving: als vangnet en springplank.

Investeringen in lotgenotencontactgroepen en zelfregiecentra zijn nodig, over het hele land verspreid. De ChristenUnie wil in elke wijk of in elk dorp een huis van ontmoeting hebben met een basisaanbod van activiteiten, en om de mogelijkheden te bieden voor het combineren van zorg- en welzijnsactiviteiten. Hier reserveren we 200 miljoen euro voor.

Scroll naar boven