Wat wil GroenLinks/PvdA met mentale gezondheid en middelengebruik?

Toekomstvisie

De samenleving is de laatste jaren meer en meer een prestatiemaatschappij geworden. Meer mensen ervaren hevige stressklachten, burn-out of mentale problemen. Een duurzame samenleving is een ontspannen samenleving. Dat betekent dat we mensen in staat moeten stellen om een goede balans te kunnen vinden tussen werk, zorg en vrije tijd. Daarom pleiten we voor gratis kinderopvang, uitgebreidere verlofregelingen, minder prestatieprikkels in het onderwijs en het verlagen van de zorgpremie en eigen risico. Hiermee kunnen we mentale problemen voor een deel voorkomen. Ook armoede en schulden kunnen een belangrijke bron van stress zijn. In Nederland leven teveel mensen in armoede. We willen daarom dat het minimumloon en het sociaal minimum worden verhoogd. Daarnaast moet het makkelijker worden om van je schulden af te komen.

Voor GroenLinks/PvdA is een belangrijk uitgangspunt in de zorg: voorkomen is beter dan genezen. Vroeg onderkennen van de eerste tekenen van een aandoening betekent een grotere kans op tijdig adequate behandeling en een gunstiger beloop. We willen dat iedere zorgregio een vast preventiebudget ontvangt zodat er daadwerkelijk geïnvesteerd wordt in (vroeg)screening van ernstige psychische problemen, het weerbaarder maken van jongeren en het voorlichten van mensen om onder meer klachten te herkennen.

We zorgen dat er voldoende zorg wordt ingekocht zodat de lange wachtlijsten in de ggz worden teruggedrongen. Voor de meest complexe ggz-behandelingen gaan we landelijke centra oprichten en breiden we het aantal plekken voor crisisopvang uit. We zorgen voor de uitwisseling van praktijkkennis tussen ggz, het sociale domein en politie-en hulpdiensten om te voorkomen dat personen met verward gedrag onnodig in de cel of op straat belanden. Voor de behandeling van psychische problemen, zoals PTSS, depressie en trauma, maken we meer ruimte voor behandeling in combinatie met MDMA en psychedelica, waarbij wetenschappelijke inzichten leidend zijn. We zorgen voor een landelijk dekkend netwerk en structurele financiering van zelfregie-en herstelorganisaties, die ervoor kunnen zorgen dat mensen laagdrempelig en dicht bij huis kunnen werken aan hun herstel.

Preventie en bevorderen mentale gezondheid

De zorg voor onze gezondheid begint bij het organiseren van een gezonde samenleving. Of het nu gaat om schulden, geestelijke gezondheid of problematisch overgewicht, het is cruciaal om problemen aan te pakken voordat mensen gezondheidsproblemen krijgen. Daarom investeren we in publieke voorzieningen, zorgen we dat iedereen kan rondkomen en garanderen we dat iedereen toegang heeft tot schone lucht, schoon water, goed voedsel en een fijne leefomgeving. Ook armoede en schulden kunnen een belangrijke bron van stress zijn. We willen daarom dat het minimumloon en het sociaal minimum worden verhoogd. Daarnaast moet het makkelijker worden om van je schulden af te komen.

Er moet meer aandacht zijn voor collectieve preventie. Wat ons betreft moeten regionale zorgfondsen worden gestimuleerd om 5%van hun budgetten te besteden aan preventie. Ook het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gaat meer geld uitgeven aan preventie. Preventie is vaak gericht op individuele leefstijlveranderingen, maar wij willen ook meer aandacht voor collectieve preventie. Daarom verankeren we een integrale aanpak van suïcidepreventie in de wet. Daarnaast formuleren we, analoog aan de klimaatdoelen, wettelijke gezondheidsdoelen die richtinggevend zijn voor landelijke, regionale en lokale partijen.

In de eerste lijn worden zorg, preventie en het sociaal domein veel nadrukkelijker aan elkaar verbonden. In de buurten en wijken wordt meer gezamenlijk ingezet op de brede gezondheid van burgers, bijvoorbeeld via het opzetten van brede gezondheidscentra. Deze inzet wordt deels gefinancierd uit de zorgfondsen en deels door de gemeenten, onder andere vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning.

Mentale gezondheid in het onderwijs. We blijven scherp letten op de prestatiedruk in zowel het primair als het voortgezet onderwijs en moedigen scholen aan om in gesprek te gaan met leerlingen over mentale gezondheid. Ook gaan we preventieve lessen aanbieden over mentale gezondheid in het PO en VO.

Het terugdringen van de enorme prestatiedruk onder studenten maken we de komende jaren topprioriteit. Dat doen we onder meer door van het bindend studieadvies een niet bindend advies te maken. Het profileringsfonds, dat studenten ondersteunt die vertraging oplopen door ziekte, zwangerschap of lidmaatschap van een medezeggenschapsorgaan, breiden we uit. We
roepen een halt toe aan hogere collegegelden voor zogenaamde honours-programma’s.

Middelengebruik

We legaliseren softdrugs en drugs zoals MDMA, paddo’s en andere middelen met aantoonbaar weinig risico. Regulering, legalisering en verantwoorde recreatie is niet voor niets ook wereldwijd de trend. We houden de huidige categorisering in soft -en harddrugs tegen het licht. Tegelijkertijd zorgen we voor betere voorlichting over drugs, net als over roken en alcohol. Door legalisering ondermijnen we het verdienmodel van de georganiseerde misdaad en beperken we slachtoffers door foute drugs.

We breiden het aantal rookvrije omgevingen uit en zetten de verhoging van de accijnzen door, ook voor e-sigaretten. Ook zetten we de afbouw van het aantal verkooppunten door en gaan strenger handhaven op de verkoop aan minderjarigen en illegale reclame op sociale media. Ontmoedigingsbeleid wordt vooral via wetgeving geregeld in plaats van vrijblijvende afspraken met belanghebbende industrieën.

Alcohol brengt veel gezondheidsrisico’s met zich mee. Daarom willen dat het minder normaal wordt om vaak en veel te drinken. Wij zijn daarom tegen het wetsvoorstel van de VVD om het schenken van alcohol in winkels toe te staan. We verbieden reclames voor alcohol en we zetten in op betere voorlichting.

Voorkomen van gokverslavingen. Net als in België voeren we een limiet in van maximaal € 200 die mensen per week mogen inzetten via gokwebsites. Het preventiebeleid van gokbedrijven maken we minder vrijblijvend: vanuit de overheid krijgen de gereguleerde websites een onafhankelijke deskundige toegewezen die het preventiebeleid van de bedrijven controleert. Bedrijven worden verplicht data te delen over problematische spelers. We trekken de licentie van bedrijven in als zij de regels overtreden. We zorgen bovendien dat alle loterijen in Nederland proportioneel gaan bijdragen aan de belastingen. We verhogen de afdracht van de Staatsloterij en zorgen dat de kansspelbelasting voortaan op alle loterijen van toepassing is.

Terugdringen ongezonde reclame. We stellen een verbod in op reclames voor ongezonde zaken als (online) gokken, alcohol en fastfood. Ook richten we ons op de marketing van ongezonde producten via sociale media. Waar het gaat om de gezondheid van kinderen, treden we hard op tegen influencers die bewust schadelijke producten aanprijzen.

Wachtlijsten & toegankelijkheid

Het is onverteerbaar dat mensen met een ernstige psychische hulpvraag niet de zorg krijgen die nodig is. Om de wachtlijsten in de ggz duurzaam op te lossen moeten we toe naar minder marktwerking en meer samenwerking. Zorginstellingen moeten makkelijker kunnen samenwerken en de overheid moet de regie nemen waar dat nodig is. We ondersteunen zorginstellingen in de omvorming tot zorgcoöperaties en ondersteunen burgers en zorgverleners in de vorming van nieuwe zorgcoöperaties. We halen stapsgewijs de concurrentie en doorgeslagen marktwerking uit ons zorgstelsel en vormen zorgverzekeraars zodra dit mogelijk is om tot publieke zorgfondsen. Iedere zorgregio maakt met alle relevante zorg- en welzijnspartijen concrete afspraken over de organisatie en kwaliteit van de zorg. Hierdoor brengen we de eindregie weer terug bij de overheid en stimuleren we de samenwerking tussen verschillende instellingen en behandelaren. Ook in de ggz komt er coördinatie via deze regionale zorgtafels.

We zorgen dat er voldoende zorg wordt ingekocht zodat lange wachtlijsten worden teruggedrongen. Voor de meest complexe ggz-behandelingen gaan we landelijke centra oprichten en breiden we het aantal plekken voor crisisopvang uit. We maken daarnaast haast met het doorvoeren van de plannen van de Hervormingagenda Jeugd en houden daarbij de kwaliteit van de zorg en financiële effecten voor gemeenten scherp in de gaten. Specialistische zorg voor jongeren met de meest complexe problemen, jeugd-ggz en jeugdbescherming gaan we regionaal en soms nationaal regelen. We draaien de ingeboekte extra bezuiniging terug en het plan voor een eigen bijdrage in de jeugdzorg gaat van tafel.

Om de personeelstekorten in de ggz op te lossen investeren we in meer opleidingsplekken voor onder meer gz-psychologen en maken we het vak weer aantrekkelijk door de laagste salarissen te verbeteren en zorgverleners weer baas te maken over het eigen werk. Eén van de grootste ergernissen voor zorgverleners is de bureaucratie. Door zorgverzekeraars om te dopen in publieke zorgfondsen krijgen zorgprofessionals niet meer te maken met meerdere zorgverzekeraars waardoor ze veel minder tijd hoeven te besteden aan administratie en registratie.

Ambulantisering

Het uitgangspunt om zorg dichtbij patiënten te organiseren is mooi, maar de resultaten van de ambulantisering zijn buitengewoon teleurstellend. Uit rapporten blijkt dat het aantal bedden snel is afgebouwd, maar onvoldoende ambulante zorg hiervoor in de plaats terugkwam. We willen de zorg via publieke zorgfondsen organiseren waardoor zorgverleners per regio bepalen hoe de zorg moet worden ingericht. Dit geeft een impuls om zorg dichtbij huis te organiseren en meer te investeren in ambulantisering. Daarnaast moeten er meer crisisbedden beschikbaar worden gesteld voor mensen waarbij de nood hoog is. Het is onacceptabel voor de patiënt en samenleving dat de crisisdienst niet aan de vraag kan voldoen.

Er zijn een aantal fundamentele zaken niet goed verlopen bij de invoering van de Wet Verplichte GGZ. Terwijl de administratielast al torenhoog is binnen de geestelijke gezondheidszorg heeft de Wvggz de druk verder doen laten stijgen. De minister is nu van plan om de Wet verplichte ggz aan te passen. Wij hebben erop aangedrongen dat dit snel – maar ook zorgvuldig – moet gebeuren, om ongelukken zoals bij de eerste behandeling te voorkomen. Wij hebben er sterk op aangedrongen dat alle input van het veld en uit de praktijk moet worden meegenomen in de aanpassing van de wet. Daarnaast hebben onder meer specifiek aandacht gevraagd voor de rechtsbescherming en rechtspositie van de patiënt binnen de Wet. Ook hebben wij aandacht gevraagd voor het versterken van de eigen regie van de patiënt en het verstevigen van de positie van vertrouwenspersonen.

Kwaliteit van de zorg

De geestelijke gezondheidszorg is nodeloos complex geworden waardoor patiënten en zorgverleners verdwalen in het stelsel. Wij willen een vereenvoudiging van het zorgstelsel. Zorginstellingen moeten makkelijker kunnen samenwerken en de overheid moet de regie nemen waar dat nodig is. We ondersteunen zorginstellingen in de omvorming tot zorgcoöperaties en ondersteunen burgers en zorgverleners in de vorming van nieuwe zorgcoöperaties. We halen stapsgewijs de concurrentie en doorgeslagen marktwerking uit ons zorgstelsel en vormen zorgverzekeraars zodra dit mogelijk is om tot publieke zorgfondsen. Iedere zorgregio maakt met alle relevante zorg- en welzijnspartijen concrete afspraken over de organisatie en kwaliteit van de zorg. Hierdoor brengen we de eindregie weer terug bij de overheid en stimuleren we de samenwerking tussen verschillende instellingen en behandelaren. Ook in de ggz komt er coördinatie via deze regionale zorgtafels.

Om de personeelstekorten in de ggz op te lossen investeren we in meer opleidingsplekken en maken we het vak weer aantrekkelijk door de laagste salarissen te verbeteren en zorgverleners weer baas te maken over het eigen werk. Door zorgverzekeraars om te dopen in publieke zorgfondsen krijgen zorgprofessionals niet meer te maken met meerdere zorgverzekeraars waardoor ze veel minder tijd hoeven te besteden aan administratie en registratie.

We investeren structureel in de opleidingen, het salaris, de werkomstandigheden, zeggenschap en het perspectief van alle verpleegkundigen, verzorgenden en andere directe zorgmedewerkers in de ziekenhuiszorg, de thuiszorg, de gehandicaptenzorg, de jeugdzorg, de geestelijke gezondheidszorg en de verpleeghuiszorg. We stellen een grens aan het aantal zzp’ers dat een zorginstelling maximaal mag inhuren.

Beschikbaarheid woningen

Afgelopen jaren heeft de politiek te weinig oog gehad voor de meest kwetsbaren in onze samenleving, terwijl de meest kwetsbaren onze bescherming het hardste nodig hebben. Het is onacceptabel dat mensen onvrijwillig dak- en thuisloos zijn. Het recht op een woning wordt de basis van ons beleid. We blijven vasthouden aan het doel om in 2030 onvrijwillige dakloosheid te beëindigen, zoals afgesproken in de Lissabon Verklaring. In de tussentijd zorgen we dat kwalitatieve en toegankelijke opvang en zorg gegarandeerd zijn, ook voor migranten (of zij nou EU-burgers, asielzoekers of ongedocumenteerden zijn). We zetten in op housing first om dakloosheid te voorkomen en te verhelpen.

We investeren fors in de bouw van basiswoningen. Iedereen die dakloos raakt, krijgt direct zo’n basiswoning toebedeeld. Vervolgens krijgen zij hulp om een nieuwe woning te vinden en hun leven verder op te bouwen. We willen dat alle gemeenten evenredig bijdragen aan de huisvesting van mensen die uitstromen uit beschermd wonen en de maatschappelijke opvang.

Ervaringsdeskundigheid

De zorg moet weer worden teruggeven aan diegenen die het daadwerkelijke werk verrichten en aan ervaringsdeskundigen. Dat kan door zorgprofessionals het vertrouwen te geven dat zij goede afwegingen maken, door inspraak op beleidsniveau te faciliteren voor patiënten en ervaringsdeskundigen beter in te zetten voor zorgtaken. Tevens moet ervaringskennis onderdeel worden van de opleiding van zorgprofessionals.

Aan beleid, regelgeving én uitvoering wordt altijd gewerkt met input van ervaringsdeskundigen en zorgvragers. Dit wordt een vereiste en er worden middelen, ook in de uitvoering, voor beschikbaar gesteld. In alle lagen van de zorg – van de jeugdzorg tot de verslavingszorg – komen onafhankelijke patiëntenverenigingen die worden betrokken bij het beleid en die inspraak en zeggenschap krijgen. Patiënten(organisaties) die inbreng leveren bij de verbetering van zorg, deelnemen aan verbetertrajecten voor organisatie- of overheidsbeleid en meedoen aan onderzoek, moeten kunnen rekenen op een financiële tegemoetkoming in de vorm van vacatiegeld of middelen om de achterban te raadplegen.

We willen de autonomie van zorgprofessionals verbeteren door hen het recht te geven om mee te beslissen. We zorgen dat de professionals die het werk binnen onze publieke voorzieningen daadwerkelijk verrichten hier ook meer zeggenschap over krijgen. In de zorg, het onderwijs en bij de politie voeren we een consultatieplicht in: bestuurders mogen geen besluiten meer nemen die de beroepsuitoefening van professionals binnen hun organisatie raken zonder hen hierover te consulteren. Als ze deze plicht niet nakomen, kan het besluit worden teruggedraaid. Medezeggenschaps- en ondernemingsraden worden beter ondersteund en krijgen instemmingsrecht over de hoofdlijnen van de begroting.

(De)stigmatisering

We strijden voor de emancipatie van en gelijke rechten voor gemarginaliseerde groepen en tegen iedere vorm van uitsluiting en discriminatie. Daarnaast willen we in iedere zorgregio een preventiebudget beschikbaar stellen. Uit dit preventiebudget willen we onder meer voorlichting financieren zodat jongeren psychische problemen leren herkennen en stigma’s bespreekbaar worden gemaakt en tegen worden gegaan. We zorgen voor de uitwisseling van praktijkkennis tussen ggz, het sociale domein en politie-en hulpdiensten om te voorkomen dat personen met verward gedrag onnodig in de cel of op straat belanden.

Ouderen

De ouderenzorg piept en kraakt en de problemen dreigen groter te worden in plaats van kleiner. Veel ouderen en hun naasten raken verdwaald in het zorgstelsel of staan lang op een wachtlijst voor het verpleeghuis. Een groeiende tweedeling tussen welgestelde ouderen en ouderen met een kleine portemonnee is het gevolg. Daarom bouwen we extra verpleeghuisplekken. En pakken we de complexiteit van de ouderenzorg aan, die wordt veroorzaakt door een grote wettelijke versnippering en doorgeschoten marktwerking. Voor ouderen die lange tijd ziek zijn, brengen we alle langdurige ouderenzorg – of het nu gaat om verzorging, (wijk-)verpleging, dagbesteding of huishoudelijke hulp – onder in de Wet langdurige zorg. De zorgkantoren krijgen de taak om samen met de zorgaanbieders in de regio de langdurige zorg in samenhang te organiseren en om de zorg te bekostigen op basis van het aantal hulpbehoevende ouderen in de regio. De wijkverpleegkundige krijgt een belangrijke rol in de vaststelling van de benodigde zorg en ondersteuning in de thuissituatie.

Arbeidsparticipatie en eigen kracht

Werk is niet alleen van belang voor je bestaanszekerheid, maar ook voor je ontwikkeling. We zetten in op persoonlijke begeleiding, zodat mensen zonder werk gemakkelijker passend werk kunnen vinden. In sommige gevallen kan (om)scholing ook nuttig zijn, daar investeren we in. Mensen met een beperking voor wie de arbeidsmarkt geen passend werk biedt kunnen ook terecht bij een sociaal-ontwikkelbedrijf. Daar doen ze beschut werk, krijgen een diploma of begeleiding om door te stromen naar ander werk. Ook verruimen we de mogelijkheden om bij te verdienen vanuit de bijstand. De bijstand gaat uit van vertrouwen, zonder schaamte en zonder de algemene verplichting van de tegenprestatie.

We zijn voorstander van zelfregiecentra en willen zorgen voor een landelijk dekkend netwerk en structurele financiering van zelfregie-en herstelorganisaties, die ervoor kunnen zorgen dat mensen laagdrempelig en dicht bij huis kunnen werken aan hun herstel. Een motie van GroenLinks-PvdA die vraagt om een concrete aanpak om tot een landelijk dekkend netwerk van laagdrempelige steunpunten te komen, is unaniem aangenomen in de Kamer het afgelopen jaar. We zullen ons blijven inzetten dat deze motie ook wordt uitgevoerd.

Overal in Nederland willen we investeren in goede voorzieningen. De wensen en uitdagingen verschillen per regio en de landelijke politiek moet daar oog voor hebben. Dat heeft lang niet altijd te maken met de veelbesproken tegenstelling tussen stad en platteland. Als je goed kijkt zie je dat problemen die zich buiten de Randstad voordoen – zoals buslijnen die zijn wegbezuinigd – ook in bijvoorbeeld een stad als Rotterdam actueel zijn: tramhaltes verdwijnen uit arme wijken waardoor mensen het centrum nauwelijks meer kunnen bereiken. Zonder de belangen van stedelijke en landelijke gebieden tegenover elkaar te zetten, is het belangrijk oog te hebben voor de specifieke uitdagingen die spelen in verschillende delen van Nederland. Sommige regio’s groeien, andere gemeenten hebben met krimp te maken. Wel hebben alle gemeenten één ding gemeen: ze hebben te weinig geld om hun taken te kunnen uitvoeren. Daarom investeren we in gemeenten en provincies, zodat zij kunnen zorgen voor voldoende goede voorzieningen

Scroll naar boven